Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over hoe we een wereld van verschil kunnen maken voor de 2,6 miljoen konijnen die jaarlijks worden gefokt, gebruikt en gedood in de Nederlandse konijnenhouderij (ingezonden 5 oktober 2022).

Vraag 1

Wat ging er door u heen toen u hoorde dat er jaarlijks zo’n 2,6 miljoen konijnen worden gefokt en gebruikt in de konijnenhouderij, waarna zij de rest van hun korte leven slijten in kooien, waarna ze op een leeftijd van 10 tot 12 weken worden geslacht voor hun vlees?

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat de gemiddelde totale sterfte in de konijnenhouderij volgens de sector zelf 17,2 procent is, wat betekent dat er honderdduizenden dieren van ellende sterven in de kooien?1

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat deze dieren permanent zijn opgesloten in kooien waar zij boven hun eigen uitwerpselen en dus continu in een ammoniaklucht leven?

Vraag 4

Realiseerde u zich al voordat u aan deze baan begon dat veel moederdieren in de konijnenhouderij nog altijd solitair worden gehuisvest als zij geen jongen hebben, terwijl konijnen zeer sociale dieren zijn?

Vraag 5

Vindt u het niet vreemd dat de kooien waarin konijnen worden gefokt en moeten leven «parkhuisvesting» en «welzijnskooien» worden genoemd, terwijl de dieren in deze kooien niet kunnen graven, rennen of springen en er per dier slechts 0,07 tot 0,08 vierkante meter ruimte is?

Vraag 6

Wist u dat konijnen hele sociale dieren zijn met sterke familiebanden, die elkaar waarschuwen voor gevaren, graag rennen en graven en grote gangenstelsels graven om in te leven?

Vraag 7

Denkt u dat konijnen, als ze mochten kiezen, zouden kiezen voor een leven in de Nederlandse veehouderij met 0,07 tot 0,08 vierkante meter bewegingsruimte per dier?

Vraag 8

Wat gaat u voor al deze dieren doen, als nieuwe Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit waarin u expliciet de verantwoordelijkheid draagt voor dierenwelzijn en diergezondheid?

Vraag 9

Bent u bereid om bij ieder besluit dat u neemt de belangen van deze dieren zorgvuldig af te wegen en te verantwoorden, waarbij u rekening houdt met de in de Wet dieren opgenomen en erkende intrinsieke waarde van dieren en de vele beloften die door uw voorgangers zijn gedaan?


X Noot
1

Handboek Kwantitatieve Informatie Veehouderij (KWIN), 2019–2020.

Naar boven