Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat kleinschalige jeugdgevangenissen leegstaan (ingezonden 19 september 2022).

Vraag 1

Kent u het bericht «Vijf kleine jeugdgevangenissen zijn begonnen als experiment en staan nu nagenoeg leeg»?1

Vraag 2

Staat u nog steeds achter het doel achter de Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ) om daarvoor in aanmerking komende jongeren dicht bij hun leefomgeving te kunnen plaatsen zodat school en werk kunnen doorgaan, hun sociale netwerk in stand blijft en dat daardoor hun resocialisatie kansrijker is dan in een in reguliere justitiële jeugdinstelling (JJI)? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat is de capaciteit van de vijf KVJJ’s, sinds wanneer is die beschikbaar en hoeveel daarvan is er bezet?

Vraag 4

Klopt het dat er voldoende personeel en budget voor de KVJJ’s is om ze ook te kunnen benutten? Zo nee, wat klopt er dan niet?

Vraag 5

Klopt het dat de Raad voor de Kinderbescherming, reclassering, advocaten, Openbaar Ministerie en de rechter vaak adviseren jongeren naar een kleine locatie te sturen? Zo ja, heeft u een indicatie in hoeveel gevallen dit wordt geadviseerd en in hoeveel van die gevallen een jongere dan ook daadwerkelijk in een KVJJ wordt geplaatst? In hoeveel gevallen wordt een jongere dan toch in een reguliere JJI geplaatst?

Vraag 6

Deelt u de mening van de woordvoerder van uw ministerie dat de voorwaarden «die zij hanteert voor het wel of niet plaatsen beter kunnen»? Zo ja, wat moet er beter en op welke termijn gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Waarom worden adviezen om een jongere in een KVJJ te plaatsen niet altijd opgevolgd? Op grond van welke criteria beslist de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van uw ministerie over de plaatsing van een veroordeelde jongere? In welke mate wijken die criteria af van die van bijvoorbeeld rechters? Hoe vaak wordt er afgeweken van de adviezen van een rechter?

Vraag 8

Beschikt de DIZ over de benodigde informatie over de veroordeelde jongere, zijn omgeving, zijn mogelijk achterliggende problemen? Zo ja, hoe komt de DIZ aan die informatie en kennis om daar mee om te gaan? Zo nee, hoe kan dan toch een afweging over plaatsing in een KVJJ worden gemaakt?

Vraag 9

Waarom is na de proefperiode met de KVJJ’s besloten dat niet langer de rechter maar de afdeling DIZ over de plaatsing moest beslissen?

Vraag 10

Deelt u de mening dat de beoordeling of een jongere al dan niet in een KVJJ dient te worden geplaatst wellicht beter aan een rechter die daarover advies en informatie bij anderen kan inwinnen kan worden overgelaten? Zo ja, hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom zou de DIZ een betere afweging kunnen maken?

Vraag 11

Hoe verhouden de zorgen van onder andere de Inspectie Justitie en Veiligheid, het personeel van de JJI’s zelf, de ondernemingsraden en de commissies van toezicht dat er ondanks extra geld voor de reguliere JJI’s daar nog steeds sprake is van personeelsgebrek en een veiligheidsrisico voor medewerkers en jongeren, zich tot het feit dat de KVJJ’s voor een groot deel onbenut blijven?2


X Noot
1

NRC.nl, 15 september 2022, «Vijf kleine jeugdgevangenissen zijn begonnen als experiment en staan nu nagenoeg leeg», https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/15/kleinschalige-jeugdgevangenis-weinig-gebruikt-a4142058.

X Noot
2

Inspectie Justitie en Veiligheid, 10 maart 2022, «Extra investeringen in JJI’s nog niet overal merkbaar op de werkvloer», https://www.inspectie-jenv.nl/actueel/nieuws/2022/03/10/extra-investeringen-in-jjis-nog-overal-niet-merkbaar-op-de-werkvloer.

Naar boven