Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Financiën over het DNB-rapport
«Van herstel naar balans» en signalen dat PEP’s door Wwft-instellingen worden geweerd
als klant (ingezonden 16 september 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport van De Nederlandsche Bank (DNB) «Van herstel
naar balans»?1
Vraag 2
In dit rapport pleit toezichthouder De Nederlandsche Bank voor een meer risicogebaseerde
aanpak van financieel-economische criminaliteit, «waarbij niet angst om het fout te
doen de boventoon voert». Onderschrijft u deze conclusie van DNB?
Vraag 3
Is deze benadering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(Wwft) door DNB een totaalaanpak, in die zin dat deze wordt gedeeld door de andere
toezichthouders en handhavers van de Wwft, zoals de Autoriteit Financiële Markten,
het Bureau Financieel Toezicht, de deken van de orde van advocaten en de Belastingdienst?
Vraag 4
Kunnen Wwft-instellingen er vanuit gaan dat deze lijn van «geen angst om het fout
te doen» ook wordt onderschreven door het Openbaar Ministerie, nu elke overtreding
van de Wwft op dit moment in beginsel gekwalificeerd wordt als een misdrijf?
Vraag 5
Gaat u bewerkstelligen dat er op basis van de DNB-lijn uniform beleid komt waaraan
alle toezichthouders zich committeren, zodat Wwft-instellingen duidelijke kaders hebben
waaruit blijkt wat hun wettelijke plicht is, zonder dat sprake is van open normen?
Vraag 6
Welke plannen heeft u om de door DNB genoemde hiaten in de uitvoering van de Wwft
te verhelpen?
Vraag 7
Bent u bekend met signalen dat sommige Wwft-instellingen Politically Exposed Persons
(PEP’s) en daaraan gerelateerde personen zoals gezinsleden niet willen accepteren
als klant of zelfs uit het klantenbestand willen verwijderen, terwijl er in feite
sprake is van een laag risico?
Vraag 8
Is het, om een voorbeeld van het bovenstaande te geven, gerechtvaardigd dat een levensverzekeraar
– zoals blijkens signalen lijkt te gebeuren – een PEP-gerelateerd persoon dwingt te
vertrekken als klant, enkel omdat de klant PEP is, zonder dat er sprake is van concrete
risico’s?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat een dergelijke opstelling niet acceptabel is en kunt u, in samenwerking
met de toezichthouders, hier richting de Wwft-instellingen aandacht aan besteden?
Vraag 10
Hoe gaat u instellingen aanspreken die in hun voorwaarden dienstverlening aan PEP’s
uitsluiten? Gaat u hierover in gesprek met de relevante toezichthouders om dit maatschappelijk
onacceptabele gedrag aan de orde te stellen?
Vraag 11
Bij wie kunnen deze personen terecht? Bent u bereid om in geval van de onheuse behandeling
van PEP’s, waardoor zij uitgesloten worden van verzekeringen en/of bancaire faciliteiten,
een meldpunt in het leven te roepen bij een van de toezichthouders zodat deze waar
nodig kunnen acteren?
Vraag 12
Welke andere maatregelen bent u bereid te nemen om de toegang van PEP’s tot de dienstverlening
van Wwft-instellingen te garanderen, ervan uitgaande dat er geen sprake is van materiële
Wwft-risico’s anders dan het feit dat deze persoon een PEP-status heeft?
Vraag 13
Kunt u ingaan op de door mij gestelde vragen tijdens het commissiedebat Financiële
Markten (d.d. 30 juni 2022) over het feit dat Marokko sinds kort op de lijst van de
Europese Commissie van derde landen met een hoog risico staat? Kunt u hierbij aangeven
wat de exacte gevolgen zijn van een plaatsing op deze lijst voor zowel Wwft-instellingen
als voor klanten?