Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het optreden van een CdK als
Rijksheer ten behoeve van asielopvang (ingezonden 5 september 2022).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de commissaris van de Koning (CdK) van Flevoland naar eigen
zeggen in zijn rol van Rijksheer het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft
geattendeerd op een vrijkomende kavel in Bant, die vervolgens door het COA is aangeschaft
om er een nieuw aanmeldcentrum voor asielzoekers op te vestigen?
Vraag 2
Bent u er tevens mee bekend dat de CdK van Flevoland in zijn gesprek met de gemeenteraad
van de Noordoostpolder over deze kwestie naar eigen zeggen «als boodschapper van de
opvatting van de Staatssecretaris» aanwezig was – dus eveneens in de rol van Rijksheer?
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat zijn optreden in de hoedanigheid van Rijksheer tevens is bevestigd
door het College van gedeputeerde staten van Flevoland?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat uit een notitie die op verzoek van de Statengriffie van de
provincie Flevoland is opgesteld door dr. Ernst Brainich von Brainich Felth (zie bijlage)
blijkt dat van een optreden als Rijksheer geen sprake kan zijn inzake kwesties rond
opvang van asielzoekers?
Vraag 5
Deelt u de conclusie zoals uiteengezet in deze notitie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Indien u deze conclusie wel deelt, erkent u dan dat de CdK rond de aanschaf van grond
door het COA in Bant niet als Rijksheer kon optreden?
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat de CdK van Flevoland desondanks aangeeft dat hij
wel als Rijksheer optrad?
Vraag 8
Wat is volgens u de juridische en/of bestuurlijke grond waarop de CdK van Flevoland
als Rijksheer kan optreden met betrekking tot het verwerven van gronden en gebouwen
ten behoeve van het COA en het optreden richting de gemeente Noordoostpolder inzake
de vestiging van een aanmeldcentrum door het COA?
Vraag 9
Heeft u op deze CdK een beroep gedaan in de hoedanigheid van Rijksheer inzake de opvang
van asielzoekers?
Vraag 10
Heeft u dit tevens richting andere CdK gedaan?
Vraag 11
Heeft u dit tevens expliciet richting hem/hen uitgesproken?
Vraag 12
Indien u dit niet heeft gedaan, houdt dat in dat deze – en eventueel andere CdK –
ten onrechte optreden als Rijksheer inzake kwesties met betrekking tot asielopvang?
Zo ja, wat is hierop uw reactie en welke gevolgen heeft dit? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
In welke situaties heeft u de afgelopen maanden gebruikgemaakt van Rijksheren? Om
welke reden deed u dit en op welke gronden was dit gerechtvaardigd?
Vraag 14
Hoeveel CdK hebben de afgelopen maanden in de breedste zin van het woord acties ondernomen
met betrekking tot asielopvang vanuit de (vermeende) hoedanigheid als Rijksheer? Welke
betrof dit?
Vraag 15
Hoeveel CdK doen dit tot op de dag van vandaag?
Vraag 16
Indien van een optreden als Rijksheer inzake asielgerelateerde kwesties inderdaad
geen sprake kan zijn, welke gevolgen heeft dat dan voor de (juridische) houdbaarheid
van de acties en besluiten die als zodanig genomen zijn?
Vraag 17
Bent u ermee bekend dat de CdK van Flevoland eerder heeft aangegeven dat hij over
de onderhavige kwestie geen verantwoording hoeft af te leggen aan de provinciale staten
aangezien hij meent te acteren als Rijksheer?
Vraag 18
Kunt u zich voorstellen dat de provinciale staten (PS) van Flevoland, ook gelet op
de notitie van dr. Brainich von Brainich Felth, behoefte hebben aan een toelichting
van uw kant op deze gang van zaken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze
toelichting te geven voorafgaand aan het interpellatiedebat in de PS van Flevoland
over deze kwestie op woensdag 7 september aanstaande?
Vraag 19
Wilt u deze vragen tevens voor 7 september beantwoorden?