Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het toezicht op gezinshuizen (ingezonden 1 september 2022).
Vraag 1
Zullen, aangezien u in de beantwoording van eerdere vragen aangeeft dat wordt gewerkt
aan de algemene maatregel van bestuur (AMvB) reële prijzen, waar met kostprijselementen
sturing wordt gegeven aan de opbouw van een reële prijs voor jeugdhulp, hier ook richtlijnen
in worden opgenomen voor reële kosten voor vastgoed, omdat er veel zorggeld aan vastgoed
wordt besteed bij gezinshuizen?1
Vraag 2
In hoeverre past het bij uw visie op het gezinshuis dat hier steeds meer en goedkoop
personeel voor wordt ingezet, zoals stagiairs, die vervolgens alleen op een groep
komen te staan? Is dit wenselijk? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Herkent u het beeld dat de expert de heer van der Helm schetst dat vastgestelde kwaliteitscriteria
worden opgevat als richtsnoeren waar gezinshuizen zich officieel niet aan hoeven te
houden? Zo ja, wat vindt u daarvan?2
Vraag 4
Waarom heeft u ervoor gekozen om samen met de sector bindende kwaliteitseisen tegen
te houden?
Vraag 5
Is het haalbaar dat gezinshuizen zelf hun eigen meta-toezicht inrichten als bindende
kwaliteitseisen missen? Zo ja, hoe dan?
Vraag 6
Vindt u het überhaupt wenselijk dat gezinshuizen winst maken, aangezien u in beantwoording
van eerdere vragen heeft aangegeven dat u met het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering
zorgaanbieders (Wibz) voorwaarden kan stellen aan winst? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet?3
Vraag 7
Wat is volgens u de verantwoordelijkheid van jeugdbeschermingsorganisaties als het
gaat om het zicht op de kwaliteit van de zorg in een gezinshuis?
Vraag 8
Wanneer moeten zij ingrijpen en op welke manier?
Vraag 9
Zouden vertrouwenspersonen meer bevoegdheden moeten krijgen om de positie van de kinderen
te verbeteren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke bevoegdheden?
Vraag 10
Waarom kunnen gezinshuizen niet gesloten worden op basis van de jeugdwet, zoals de
inspectie stelt? Kan de inspectie gezinshuizen wel op basis van een andere wet sluiten?
Zo ja, op basis van welke wet?
Vraag 11
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de inspectie grip kan houden op 7000 jeugdhulpbedrijven?
Vraag 12
Waarom is er via het experiment metatoezicht gekozen om te varen op het interne toezicht
van franchiseorganisaties die een duidelijk eigen belang hebben in een goede beoordeling
van hun instellingen?
Vraag 13
Wat is het doel van deze proef? Wat zijn de criteria waar de proef op getoetst wordt
om te bepalen of dit een vervolg zal krijgen? Wanneer is de proef volgens u geslaagd?
Vraag 14
Kunt u toelichten, aangezien u in de beantwoording van eerdere vragen uiteen heeft
gezet hoe klachten over misstanden veilig gemeld kunnen worden, welk gevolg een gegrond
verklaarde klacht heeft voor het vervolg van de casus? Welke stappen kunnen ouder/kind
zetten als de instelling geen actie onderneemt naar aanleiding van gegrond verklaarde
klacht? Heeft u hier voorbeelden van?4
X Noot
1Antwoord van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van
het lid Mohandis over de gezinshuizen in de jeugdzorg, ontvangen 14 juli 2022 (2022Z12488).
X Noot
3Antwoord van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van
het lid Mohandis over de gezinshuizen in de jeugdzorg, ontvangen 14 juli 2022 (2022Z12488).
X Noot
4Antwoord van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van
het lid Mohandis over het artikel «Klokkenluiders slaan alarm», ontvangen 22 augustus
2022 (2022Z15006).