Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het oordeel van het College voor de rechten van de mens van 23 mei 2022 over de taaleis van de Haagse Hogeschool (ingezonden 25 juli 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het oordeel van het College voor de rechten van de mens van 23 mei 2022 over de taaleis van de Haagse Hogeschool?1

Vraag 2

Vindt u het ook volstrekt legitiem dat een instelling voor hoger onderwijs die topkwaliteit wil leveren de eis stelt van uitstekende taalbeheersing in de Nederlandse taal voor functies waarin curriculumontwikkeling en afstemming met allerlei Nederlandse partners een belangrijke rol spelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het naar uw mening wenselijk als er een cultuur ontstaat waarin instellingen zoveel mogelijk moeten beknibbelen op de Nederlandse taal omdat anders personen die niet aan de geobjectiveerde eisen voldoen zich gegriefd kunnen voelen? Is de samenleving erbij gebaat als we in een neerwaartse spiraal komen waarin kwalificaties als redelijk of voldoende in plaats van uitstekend de voorkeur verdienen om niet met juridische oordelen om de oren geslagen te worden?

Vraag 4

Onderkent u dat het voor instellingen een behoorlijke administratieve belasting kan worden als ze per functie uitgebreid moeten gaan aantonen dat basale uitgangspunten als een uitstekende beheersing van de Nederlandse taal echt noodzakelijk zijn? Vindt u ook dat de instelling behoorlijk haar best gedaan heeft om intern uit te leggen dat er ook voor de klagers perspectief bestond bij sollicitatie?

Vraag 5

Hoe stimuleert u dat ook het excelleren in de Nederlandse taal over de volle breedte van het hoger onderwijs als kwaliteitskenmerk wordt gezien? Bent u bereid hierover met de sectororganisaties in gesprek te gaan?

Naar boven