Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Denktank Desinformatie (ingezonden 24 juni 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de Denktank Desinformatie (hierna te noemen DD) uit de onderstaande Kamerstukken en met hoe deze DD op social media «desinformatie» over onder andere vaccins bestrijdt?1

Vraag 2

Kunt u aangeven wie, naast de toenmalige Staatssecretaris, met de werving en selectie van de leden van de DD waren en zijn belast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u gezien de rol van uw ministerie bij deze DD, aangeven op welke wijze de leden van DD zijn geworven en welke selectiecriteria zijn toegepast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kunt u een overzicht van de namen van de DD en/of hun functies en kwalificaties aan de Kamer verstrekken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Zijn er ook journalisten of redacteuren, werkzaam bij een week-, dag- of vakblad, betrokken bij de DD en het bestrijden van «desinformatie» op social media? Zo ja, bij welke uitgevers? Indien u dat niet weet, kunt u dat onderzoeken en uitsluiten? Zo nee waarom niet?

Vraag 6

Kunt u – gezien de uit het eerdergenoemde Kamerstuk blijkende coördinerende rol van uw ministerie – aangeven in welk proces werd en wordt bepaald wat «desinformatie» is? Kunt u aangeven hoe dat steeds met nieuwe inzichten (van bijvoorbeeld tanende vaccin-effectiviteit, nieuwe bijwerkingen, medicatie, etc.) werd en wordt getoetst alvorens de DD «desinformatie» bestreed en bestrijdt op social media? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u aangeven welke andere ministeries, overheidsinstanties, bedrijven en instellingen nog meer betrokken waren en zijn, naast het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de DD en in welke rol? Indien u dat niet weet, bent u bereid dat te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Weet u of leden van de DD of hun werkgevers een vergoeding hebben ontvangen of uren mogen schrijven voor hun activiteiten voor de DD en zo ja, hoeveel? Indien u dat niet weet, kunt u dat onderzoeken en daarover verslag doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u aangeven hoe de coördinerende rol van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het mandaat dat aan de DD is gegeven zich verhoudt tot eerdere antwoorden op de Kamervragen2 van de leden Agema en van der Plas over influencers – antwoorden waarin de Minister van Justitie en Veiligheiden (mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) zegt dat haar ministerie geen influencers gebruikt om de publieke opinie te beïnvloeden?

Vraag 10

Kunt u aangeven welke feedback de DD aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of andere ministeries gaf en kunt u daarvan alle relevante documenten aan de Kamer ter inzage geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Kunt u aangeven of de DD ook namen of accounts doorgaf (aan uw ministerie of aan andere overheidsinstanties) van mensen die zogenaamd «desinformatie» zouden verspreiden? Indien u dat niet weet, kunt u dat onderzoeken en uitsluiten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Kunt u van elk recent- en oud-lid van de DD laten onderzoeken of hij of zij mensen rapporteerde of rapporteert bij organisaties zoals bijvoorbeeld Twitter, Facebook of Linkedin, zodat berichten die volgens hem of haar «desinformatie» bevatten, werden verwijderd of accounts werden opgeschort? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Kunt u alle documenten, gesprekken en berichtenverkeer die direct of indirect betrekking hebben op de DD ter beschikking stellen aan de Kamer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14

Kunt u onderzoeken en aan de Kamer laten weten wat de betrokkenheid van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) bij de DD is? Kunt u onderzoeken en aan de Kamer laten weten of de NCTV zich inhoudelijk heeft bemoeid of nog bemoeit met wat door de DD al dan niet als desinformatie beschouwd diende en dient te worden? Zo ja, kunt u de Kamer de resultaten uit dat onderzoek op korte termijn doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 15

Kunt u aan de Kamer laten weten of in het geval van betrokkenheid van de NCTV bij de DD, er sprake is geweest van het noemen of doorgeven van namen van personen die volgens de DD of de NCTV desinformatie verspreiden of verspreiden? Zo ja, kunt u de Kamer de resultaten uit dat onderzoek op korte termijn doen toekomen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Kamerstuk 30 821, nr. 126.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2842

Naar boven