Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «De tijd tikt in het Klokkenhof» van Bond Precaire Woonvormen van 30 mei jongsleden (ingezonden 21 juni 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «De tijd tikt in het Klokkenhof»?1

Vraag 2

Wat vindt u van dit bericht?

Vraag 3

Bent u bekend met dit soort praktijken, waarin de verhuurder de huurder laat verhuizen omdat verhuurder anders een huurcontract voor onbepaalde tijd moet geven? Zo ja, sinds wanneer?

Vraag 4

Deelt u de mening dat deze huurders met terugwerkende kracht recht hebben op een huurcontract voor onbepaalde tijd, aangezien de verhuurder, Vesteda, oneigenlijk gebruik maakt van de Wet doorstroming huurmarkt en het zelf intern ruilen noemt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat Vesteda en de gemeente geen hulp willen bieden?

Vraag 6

Wat vindt u van de uitspraak van de teamleider Woonmarkt van de gemeente Amsterdam als deze het volgende zegt «het aangaan van een tijdelijk contract heeft de consequentie dat deze afloopt», terwijl het een feit is dat huurders met name in grote steden als Amsterdam geen keuzevrijheid hebben omdat de wachttijd voor een sociale huurwoning vele jaren bedraagt?

Vraag 7

Mag Vesteda op deze manier een huurcontract voor onbepaalde tijd omzeilen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 8

Welke maatregelen heeft u genomen of gaat u nemen om dit soort praktijken te voorkomen?

Vraag 9

Welk belang weegt volgens u hierin zwaarder, dat van de huurder die dakloos raakt of het belang van de verhuurder? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 10

Kunt u aangeven op welke manier in deze casus uitvoering gegeven wordt aan uw besluit dat woonzekerheid de norm is, aangezien deze huurders wel graag woonzekerheid willen maar hen geen huurcontract voor onbepaalde tijd aangeboden wordt met als gevolg dat ze nu helemaal geen woonzekerheid hebben en zelfs dakloos raken?

Vraag 11

Hoe kan het zo zijn dat u stelt dat huurcontracten voor onbepaalde tijd de norm blijven, maar ondertussen verhuurders alle mogelijkheden krijgen om huurcontracten voor bepaalde tijd aan te bieden?

Vraag 12

Hoe vaak gebeurt het dat huurders met een tijdelijk contract op basis van de Leegstandwet en op basis van de Wet doorstroming huurmarkt door de verhuurder verplicht worden gesteld om te verhuizen naar een andere woning binnen hetzelfde complex, omdat de verhuurder anders verplicht is om die huurders een huurcontract aan te bieden voor onbepaalde tijd? Mocht u niet over deze gegevens beschikken, bent u dan bereid om hier onderzoek naar te doen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 13

Wat voor gevolgen hebben deze verplichte verhuizingen op de geestelijke en lichamelijke gezondheid van huurders?

Vraag 14

Kunt u aangeven in welke mate de belangen van minderjarige kinderen, conform art. 3 Internationaal Verdrag van de Rechten van het kind, zijn meegenomen in het besluit de huurders te laten verhuizen?

Vraag 15

Wat vindt u van de rol van de gemeente Amsterdam in deze casus? Kunt u daarbij ingaan op wat de rol van de gemeente is en hoe zij deze in deze casus ingevuld heeft?

Vraag 16

Welke mogelijkheden had en/of heeft de gemeente Amsterdam om garanties te eisen bij het verlenen van een vergunning om alle bewoners een terugkeergarantie te bieden of er in ieder geval voor te zorgen dat mensen niet dakloos worden gemaakt? Kan een gemeente in zijn algemeenheid eisen stellen aan het verlenen van een vergunning ter voorkoming van dakloosheid? Zo ja, welke? Zo nee, bent u bereid met aanvullende wet- en regelgeving te komen ter voorkoming van dakloosheid? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 17

Mogen we deze praktijken van Vesteda gelijkschakelen aan een huisuitzetting? Zo nee, waarom niet? Zo ja, moet deze huisuitzetting verlopen conform internationale verdragen, die toezien op het recht op behoorlijke huisvesting, waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft?

Vraag 18

Bent u bereid om de gemeente Amsterdam c.q. Vesteda aan te spreken en hen duidelijk te maken dat herhuisvesting verplicht is?

Vraag 19

Rust er op de (lokale) overheid, dan wel de verhuurder in het kader van mensenrechten (en kinderrechten) de plicht om dakloosheid te voorkomen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 20

Heeft het Rijk in het mensenrechtelijk kader van het recht op behoorlijke huisvesting de verplichting om te onderzoeken welke gevolgen wetten zoals de Wet doorstroming huurmarkt op dit mensenrecht hebben? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 21

Is het Rijk bijvoorbeeld verplicht om het effect van de Wet doorstroming huurmarkt op het verwezenlijken van het recht op huisvesting te monitoren? Hoort daarbij het monitoren van het aantal mensen dat in precaire huisvesting en/of dakloosheid terecht komt vanwege toepassing van de wet? Kunt u aangeven in welke mate u beschikt over deze informatie? Indien u niet over deze informatie beschikt, bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen? Zo ja, per wanneer kunnen wij de resultaten van dit onderzoek verwachten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 22

Deelt u de mening dat, indien metingen naar de effecten van wetten zoals de Wet doorstroming huurmarkt moeilijk gedaan kunnen worden, er toch gekeken moet worden hoe deze metingen, gezien de importantie van het onderwerp, namelijk verplichte uitvoering geven aan door Nederland geratificeerde verdragen, wel gedaan kunnen worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 23

Bent u bereid, in het kader van coherentie van beleid en integrale aanpak dakloosheid, om de Wet doorstroming huurmarkt opnieuw tegen het licht te houden indien blijkt dat deze wet huurders precaire/marginale huisvesting en/of dakloosheid in jaagt?

Vraag 24

Is het Rijk volgens u verplicht om te onderzoeken of bepaalde bevolkingsgroepen op basis van hun leeftijd, inkomen, beperking of etnische achtergrond harder worden getroffen door de negatieve effecten van de Wet doorstroming huurmarkt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 25

Deelt u de mening dat de Wet doorstroming huurmarkt, die voor huurders bewezen nadelige effecten heeft, voornamelijk verhuurders bevoordeelt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 26

Bent u nu wel bereid om na alle eerder gestelde vragen de Wet doorstroming huurmarkt af te schaffen? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet en bent u dan wel bereid om deze praktijken mee te nemen in de afweging om de Wet doorstroming Huurmarkt af te schaffen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 27

Wanneer komt u met een herziening van de tijdelijke contracten?

Vraag 28

Bent u bereid om per direct met reparatiewetgeving te komen om dit soort praktijken te stoppen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 29

Bent u bereid om met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Aedes, leegstandbeheerders en andere private partijen in gesprek te gaan en hen te wijzen op hun medeverantwoordelijkheid om dakloosheid te voorkomen? Zo ja, per wanneer kunnen we de resultaten uit deze gesprekken verwachten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 30

Deelt u de mening dat commerciële verhuurders zich moeten houden aan het internationale recht op behoorlijke huisvesting? Zo ja, kunnen we dan spreken van een schending van dat recht als Vesteda deze huurders dakloos maakt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 31

Is het beleid dat Vesteda in deze casus voert verenigbaar met internationale mensenrechten? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 32

Vallen deze praktijken van Vesteda onder goed verhuurderschap? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 33

Kunnen huurders zoals in deze of een soortgelijke casus straks een beroep doen op de Wet goed verhuurderschap? Zo nee, bent u bereid om dit wetsvoorstel hierop aan te passen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 34

Deelt u de mening dat het dweilen met de kraan open is als u dakloosheid probeert uit te bannen door middel van huisvesting van aandachtsgroepen zoals dakloze mensen en aan de andere kant verhuurders als Vesteda tientallen huurders dakloos maken? Zo ja, wat gaat u hier tegen doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 35

Op welke manieren heeft u uitvoering gegeven aan onze aangenomen motie om dakloosheid tot topprioriteit te maken (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 63)?

Vraag 36

Heeft u een actielijn c.q. programma bedacht om uitvoering te geven aan de verklaring die Nederland in Lissabon getekend heeft om dakloosheid voor 2030 uit te bannen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom nog niet en wanneer komt u met deze actielijn en/of dit programma?

Vraag 37

Deelt u de mening dat er bij huurders, die door hun verhuurder verplicht worden gesteld om meerdere keren binnen hetzelfde complex te verhuizen, geen sprake is van een echte verhuizing maar eigenlijk van dezelfde woning inruilen voor de andere? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 38

Kunnen we nu vaststellen dat de Wet doorstroming huurmarkt zijn doel voorbijschiet? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 39

Deelt u de mening dat huurders in deze casus eigenlijk geen huurcontract op basis van artikel 7:271 BW hadden moeten krijgen maar op basis van de Leegstandwet? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 40

Klopt het dat verhuurders van woningen die gesloopt of gerenoveerd worden kunnen kiezen uit twee regimes, namelijk de Wet doorstroming huurmarkt en de Leegstandwet? Zo ja, was dit een opzet en kunt u hier uitgebreid op ingaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 41

Hoeveel mensen wonen in precaire situaties en dus in onzekerheid zoals op basis van de Leegstandwet, jongerencontracten, tijdelijke contracten etc.? In het geval u niet over deze gegevens beschikt, bent u dan bereid om hier onderzoek nader te verrichten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer kunnen we de resultaten van dit onderzoek verwachten?

Vraag 42

Deelt u de mening dat rechten van huurders steeds vaker geschonden worden, dan wel dat huurders onvoldoende beschermd worden en dat snel dus (nieuwe) wetgeving bovenop het Wetsvoorstel goed verhuurderschap nodig is om te kunnen voldoen aan het progressief verwezenlijken van het recht op behoorlijke huisvesting dat ook toeziet op bescherming van huurders? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 43

Kunnen we vaststellen dat in het geval 100 huurders dakloos gemaakt worden ergens iets misgaat dat gerepareerd zou moeten worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 44

Kunnen we vaststellen dat huurders die acht jaar in hetzelfde complex wonen zodanig geworteld zijn en binding met de buurt hebben dat alleen al op grond daarvan sprake is van een huurcontract voor onbepaalde tijd, zeker nu gebleken is dat deze huurders een hulp voor de ouderen met een vast contract geweest zijn?

Vraag 45

Wat vindt u ervan dat 100 huurders met een tijdelijk contract ingeruild worden voor nieuwe huurders die meer kunnen betalen?

Vraag 46

Kunnen we concluderen dat huurders met een tijdelijk huurcontract minder rechten hebben dan huurders met huurcontract voor onbepaalde tijd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, staat deze conclusie niet haaks op het recht op behoorlijke huisvesting waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft en waarin staat dat huurders gelijkwaardig beschermd dienen te worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 47

Bent u bekend met het artikel «Flexhuurders voeren actie voor woonzekerheid: «Het systeem klopt voor geen meter»» van Bond Precaire Woonvormen?2

Vraag 48

Wat vindt u ervan dat de directeur van woningcorporatie Woonbron in het filmpje het volgende over tijdelijke huurders zegt: «wij helpen ze niet»?

Vraag 49

Wat vindt u van de volgende uitspraak van de directeur van Woonbron als hij stelt dat bewoners zoals Sonja die tot oktober in hun huis willen blijven, geen optie is want «Dan ga je automatisch over naar een vast huurcontract, wat betekent dat ik een vaste woning moet geven. Dat is niet eerlijk tegenover alle mensen die al jaren wachten»?

Vraag 50

In hoeverre schendt deze directeur van Woonbron, vanwege het niet verlengen van een huurcontract omwille van het niet willen aanbieden van een huurcontract voor onbepaalde tijd, het recht op behoorlijke huisvesting aangezien woonzekerheid onderdeel is van dat recht op behoorlijke huisvesting? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 51

Wat vindt u ervan dat ook woningcorporaties zoals Woonbron net als in eerder genoemde casus van Vesteda huurders na zoveel jaar geen verlenging van het huurcontract aanbieden omwille van het feit dat een woningcorporatie dan een huurcontract voor onbepaalde tijd moet aanbieden?

Vraag 52

Wat vindt ervan dat deze flexhuurders ingeruild worden voor andere flexhuurders?

Vraag 53

Deelt u de mening dat een Bond Precaire Woonvormen eigenlijk niet zou mogen bestaan, omdat niemand precair zou mogen wonen? Zo ja, wat gaat u doen om dit precariaat uit te bannen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 54

Bent u bekend met het bericht «door gedwongen interne verhuizingen bouwden bewoners Vesteda» in het Parool van 13 juni jongstleden?3

Vraag 55

Wat vindt u van de volgende uitspraak van de wethouder Volkshuisvesting in Amsterdam: «De verhuurder moet dan het huurcontract omzetten in een contract voor onbepaalde tijd. De constructie die hier door de verhuurder wordt gehanteerd, door bewoners een andere woning in hetzelfde pand aan te bieden, vindt de gemeente niet wenselijk. Dat is ook waarom we het rijk hebben gevraagd om met aanvullende instrumenten te komen voor de particuliere verhuurmarkt om misstanden aan te kunnen pakken en goed verhuurdersschap af te kunnen dwingen.»?

Vraag 56

Wat vindt u ervan dat huurders, net als bij de gestelde vragen over Change=, ook hier anoniem willen blijven?

Vraag 57

Mogen we inmiddels spreken van een patroon dat huurders hun rechten, als gevolg van de tijdelijkheid van hun huurcontracten, niet in het openbaar durven op te eisen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 58

Bent u nu voldoende overtuigd geraakt dat huurders onvoldoende hun rechten durven op te eisen ondanks uw aandringen om het wel te doen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 59

Wat vindt u ervan dat de gemeente Amsterdam naar het Rijk wijst voor aanvullende maatregelen?

Vraag 60

Hebben gemeenten volgens u voldoende instrumenten in huis om deze misstanden aan te pakken? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 61

Kan en moet de gemeente Amsterdam meer doen alleen het ongewenst verklaren? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 62

Wat vindt u ervan dat uit correspondentie uit 2021 tussen een bewoner en verhuurder Vesteda die door Het Parool is ingezien is gebleken dat een bewoner, van wie het contract afloopt, door de verhuurder geadviseerd wordt «om op zoek te gaan naar een buurman/vrouw in het pand die wellicht rond dezelfde einddatum zou willen ruilen van woning of ook vertrekt»?

Vraag 63

Hoe kijkt u nu aan tegen het toetsen van de aanvangsprijs tot zes maanden na het einde van het tijdelijk contract van maximaal twee jaar bij de Huurcommissie aan nu gebleken is dat verhuurders telkens het tijdelijk contract met opnieuw maximaal twee jaar verlengen?

Vraag 64

Kunt u uitleggen wat huurders hebben aan uw uitspraak dat huurcontracten voor onbepaalde tijd de norm blijven? Wilt u daarin betrekken wat huurders in juridisch opzicht daaraan hebben?

Vraag 65

Kunt u uitleggen op welke manier u woononzekerheid, en wat dit in mentale zin met huurders kan doen, laat meewegen in de weging van de Wet doorstroming huurmarkt? Kunt u daarbij aangeven hoeveel gewicht dit in de schaal legt?

Vraag 66

Hoe komt het dat u het tekort aan betaalbare woningen wel als één van de oorzaken van dakloosheid noemt, maar niet het Wetsvoorstel voldoende betaalbare woningen gesteund hebt?

Vraag 67

Vindt u een opzegtermijn van één maand bij een tijdelijk contract in deze wooncrisis nog steeds rechtvaardig? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 68

Kunt u aangeven in welke mate de verplichting, die de Nederlandse staat heeft om het recht op behoorlijke huisvesting «progressief te realiseren», een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming en monitoring van de Wet doorstroming huurmarkt 2015? Kunt u hierbij ook specifiek ingaan op deze progressieve realisatie door aan te geven in welke mate u acht dat de Wet doorstroming huurmarkt bijdraagt aan het progressief realiseren van het recht op behoorlijke huisvesting?

Vraag 69

Kunnen we met de kennis van nu concluderen dat de Wet doorstroming huurmarkt op gespannen voet staat met het internationale recht op behoorlijke huisvesting, dat Nederland verplicht om dat recht «progressief te realiseren»? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 70

Mogen we concluderen dat de positie van huurders met een tijdelijk contract ten opzichte van de verhuurder ver uit balans is en mogen we alleen al op basis daarvan concluderen dat de Wet doorstroming huurmarkt niet gehandhaafd kan worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 71

Welke plichten hebben verhuurders vanuit het internationaal recht op behoorlijke huisvesting waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft?

Vraag 72

Bent u overtuigd geraakt van het feit dat huurders gezien de enorme woningnood veelal uit noodzaak een tijdelijk huurcontract afsluiten, want als hen een huurcontract voor onbepaalde tijd aangeboden zou worden zij deze te allen tijde zouden accepteren boven een tijdelijk huurcontract?

Vraag 73

Deelt u de mening dat de financiële doelstelling(en) van commerciële verhuurders haaks staan op het internationale recht op behoorlijke huisvesting? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 74

Deelt u de mening dat niet alleen woningcorporaties maar ook grote commerciële verhuurders onder toezicht moeten komen te staan gezien de vele misstanden in de commerciële verhuurmarkt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 75

Deelt u de mening dat woningbouwverenigingen, woningcorporaties en wooncoöperaties zonder winstoogmerk het internationale recht op behoorlijke huisvesting beter kunnen waarborgen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 76

Deelt u de mening dat wonen geen verdienmodel mag zijn? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 77

Bent u nog steeds van mening dat, ondanks enorme negatieve gevolgen voor de huurder als gevolg van het leven in (woon)onzekerheid, verhuurders een onwettelijke minimumtermijn opnemen en uw eigen constatering dat tijdelijke contracten nu de norm geworden zijn, de Wet doorstroming huurmarkt gehandhaafd kan blijven? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 78

Bent u bekend met het bericht «helft aangeboden huurcontracten inmiddels tijdelijk flexibilisering schiet door»?4

Vraag 79

Wat vindt u van dit bericht?

Vraag 80

Wat vindt u van de uitspraak van het CBS dat de cijfers omtrent monitoring van het aantal huurcontracten voor onbepaalde tijd niet betrouwbaar genoeg zijn en dat het bureau om die reden stopt met monitoren? Wie monitort nu hoeveel huurcontracten voor onbepaalde tijd en hoeveel huurcontracten voor bepaalde tijd er afgesloten? Zijn er landen die wel het aantal huurcontracten voor onbepaalde tijd monitoren? Zo ja, waarom lukt het die landen wel?

Vraag 81

Bent u het eens met de conclusie dat flexibilisering van de volkshuisvesting doorschiet? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 82

Mogen we concluderen dat nu u zelf geconstateerd heeft dat tijdelijke contracten de norm geworden zijn, de Wet doorstroming huurmarkt niet meer gehandhaafd kan worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 83

Bent u bekend met het bericht «huurdersactie bij Rochdale in Amsterdam stop huisuitzetting Gilermo uit Spaghettiflat in Zaandam» van Bond Precaire Woonvormen?5

Vraag 84

Wat vindt u van dit bericht?

Vraag 85

Wat vindt u ervan dat Rochdale de ene huurder voor de andere huurder inwisselt?

Vraag 86

Begrijpt u dat de Bond Precaire Woonvormen hierbij de termen stoelendans en inwisselbare wegwerphuurders hanteert? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 87

Deelt u de mening dat contracten op basis van de Leegstandwet op dit soort situaties beter van toepassing zijn dan de anti-kraakcontracten?

Vraag 88

Ziet u voldoende aanleiding(en) om de anti-kraakcontracten af te schaffen zodat dit soort inwisselpraktijken niet meer mogelijk zijn? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 89

Deelt u de mening dat deze vormen van huurcontracten, inclusief anti-kraak, kunnen leiden tot dakloosheid? Kunt u uw antwoord nader toelichten?

Vraag 90

Kunt u de vragen alstublieft ieder afzonderlijk en niet geclusterd beantwoorden?


X Noot
1

Bond Precaire Woonvormen, «De tijd tikt in het Klokkenhof», 30 mei 2022, bondprecairewoonvormen.nl/2022/05/de-tijd-tikt-in-het-klokkenhof/?fbclid=IwAR25rzxBabvCmfRGHJRhwz7D5pYicSXfd97YZO8rDt1XEYPiACS_dmHfa6I&fs=e&s=cl

X Noot
2

RTV Dordrecht, «Flexhuurders voeren actie voor woonzekerheid: «Het systeem klopt voor geen meter»», 10 maart 2022, https://www.rtvdordrecht.nl/nieuws/nieuws/flexhuurders-voeren-actie-voor-woonzekerheid-het-systeem-klopt-voor-geen-meter-D8k

X Noot
3

Het Parool, «Door gedwongen interne verhuizingen bouwden bewoners Vesteda geen rechten op», 13 juni 2022, https://www.parool.nl/amsterdam/door-gedwongen-interne-verhuizingen-bouwden-bewoners-vesteda-geen-rechten-op~b4678957/

X Noot
4

NOS, «Helft aangeboden huurcontracten inmiddels tijdelijk, «flexibilisering schiet door»», 8 december 2020, https://nos.nl/artikel/2359826-helft-aangeboden-huurcontracten-inmiddels-tijdelijk-flexibilisering-schiet-door

X Noot
5

Bond Precaire Woonvormen, «22 oktober huurdersacite bij Rochdale in Amsterdam, stop huisuitzetting Gilermo uit Spaghettiflat in Zaandam, https://bondprecairewoonvormen.nl/2020/10/22-oktober-huurdersactie-bij-rochdale-in-amsterdam-stop-huisuitzetting-gilermo-uit-spaghettiflat-in-zaandam/

Naar boven