Vragen van de leden Sahla (D66) en Bikker (ChristenUnie) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het PGB (ingezonden 17 juni 2022).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoe u tot het besluit bent gekomen om kleinschalige woonvormen die functioneren als een zorg in natura, niet meer structureel in aanmerking te laten komen voor het gebruik van een persoonsgebonden budget (PGB)? Waarom komt u juist op dit moment met het besluit en welke afweging heeft u hierin gemaakt?1

Vraag 2

Ziet u de waarde van het instrument PGB, waarmee de zorgaanvrager eigen regie kan voeren over welke zorg zij of hij inkoopt?

Vraag 3

Kunt u verduidelijken wanneer er wel en wanneer er geen sprake is van het hebben van individuele regie in een ouder- of wooninitiatief? Kunt u daarnaast een definitie geven van ouderinitiatieven en wooninitiatieven?

Vraag 4

Hoe borgt u het belang van de cliënten met dit besluit, gegeven het feit dat het instrument PGB is bedoeld voor cliënten die eigen regie kunnen voeren en ook eigen keuzes willen maken over de zorg die ze ontvangen?

Vraag 5

Kunt u aangeven op basis van welke gegevens u tot het oordeel bent gekomen dat het voor een budgethouder lastig kan zijn om vanuit eigen regie verandering aan te brengen en passende zorg en ondersteuning te ontvangen? En kunt u aangeven op basis van welke gegevens er bij zorg die ingekocht wordt met een PGB vaker sprake zou zijn van een afhankelijkheidsrelatie dan bij zorg in natura? Is het niet juist zo dat een budgethouder veel meer eigen regie heeft met een PGB dan wanneer zorg in natura wordt ingekocht? Hoe ziet u dit?

Vraag 6

Waarom wordt er niet gekozen voor een overgangsfase waarin geëxperimenteerd wordt met beide vormen?

Vraag 7

Kunt u aangeven waar u het oordeel dat zonder een directe sturingsrelatie met de zorgaanbieder de verstrekker minder zicht heeft op de rechtmatige besteding op baseert?

Vraag 8

Was het «feitelijk als zorg in natura functioneren» al eerder een criterium voor u of uw voorganger om te besluiten PGB niet toe te staan voor een bepaald type zorg of woonvorm? Kunt u daar meer toelichting op geven?

Vraag 9

Bent u bekend met de ontwikkeling van de checklist eigen regie? Zo ja, vindt u het een goed idee om de checklist verder door te ontwikkelen tot een meetlat eigen regie, zodat er niet alleen gekeken kan worden naar de mate van eigen regie, maar dat er ook verbeterpunten naar voren komen waaraan gewerkt moet worden om alsnog als PGB-waardig gezien te worden?

Vraag 10

Hoe kijkt u naar de zorgen en de ophef die zijn ontstaan onder bewoners van wooninitiatieven en onder de initiatieven zelf over of hun bestaanszekerheid kwetsbaar is geworden en kunt u aangeven in hoeverre deze zorgen en onzekerheid terecht zijn?

Vraag 11

Bent u het eens dat niet elk wooninitiatief op dezelfde wijze werkt en dat per initiatief goed gekeken moet worden naar de tevredenheid van bewoners en naasten? Hoe wordt met dit besluit maatwerk geleverd?


X Noot
1

Kamerstuk 25 657, nr. 340.

Naar boven