Vragen van het lid Van Strien (VVD) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over NLZiet (ingezonden 10 juni 2022).

Vraag 1

Kunt u, naar aanleiding van uw antwoorden op mijn schriftelijke vragen van 20 april jl.1 aangeven waarom u zich niet uitspreekt over de noodzaak om alle Nederlandse content te bundelen zodat deze beschikbaar blijft voor breed publiek? Suggereert u hiermee dat u geen rol voor uzelf ziet en dat het tussen partijen onderling is om goede afspraken te maken? Deelt u de mening dat dit een breuk zou zijn met de lijn die tot nu toe door het kabinet werd gehanteerd en met de Kamer is gedeeld? Is dit daadwerkelijk uw standpunt? Zo ja: kunt u toelichten waarom u deze verandering voorstaat?

Vraag 2

Hoe verhoudt uw kwalificatie dat NLZiet een «mooi initiatief» is, zich tot de tot nu door de Kamer en kabinet gedeelde appreciatie dat NLZiet een noodzakelijke rol vervult? Op welke wijze geeft u uitwerking aan het versterken van de samenwerking door publieke en private mediapartijen om Nederlandse content gezamenlijk aan te bieden zoals vermeld in het Coalitieakkoord?

Vraag 3

Waarom schermt u met staatssteunregels terwijl niet vaststaat, zelf onwaarschijnlijk is dat een gratis variant daar überhaupt onder valt (NPO-programma’s zijn bijvoorbeeld ook op Youtube te vinden)? Kunt u een toelichting geven op welke wijze het dienstbaarheidsverbod hier van toepassing is nu een dergelijk verbod erop is gericht te voorkomen dat de activiteiten van de publieke omroep ertoe leiden dat andere, commerciële partijen meer dan normale winst maken en dat bij NLZIET juist geldt dat de gegenereerde inkomsten naar rato worden verdeeld onder de deelnemende partners? Betekent dit dan niet per definitie dat geen sprake kan zijn van meer dan normale winst door de commerciële omroepen en het dienstbaarheidsverbod niet van toepassing is? Wilt u in uw beantwoording ook de uitspraak van het Commissariaat voor de Media betrekken dat in een bestuurlijk rechtsoordeel (d.d. 17 juli 2018 – Kenmerk: 708841/708886) bepaalde dat er geen sprake is van dienstbaarheid als de NPO binnen de eigen programmering verwijst naar NLZIET? Kunt u ook ingaan op het gegeven dat de publieke omroep in het verleden het gehele programma-aanbod gratis beschikbaar heeft gesteld aan distributiepartijen zoals Ziggo en (toen nog) UPC, zonder dat sprake was van dienstbaarheid?

Vraag 4

Kunt u aangeven hoe uw uitspraak dat u geen plannen bekend zijn omtrent de doorontwikkeling van een gratis variant van NLZiet, zich verhoudt tot bijvoorbeeld de informatie die vanuit RTL aan het ministerie is aangeleverd over de uitbreiding van NLZIET met een gratis variant, met het verzoek dit onder de aandacht van de toenmailge Minister te brengen (mail van 30 juni 2021 aan de DG Media en Cultuur)? Kunt u aangeven hoe de stelling dat u zich kan voorstellen dat een gratis variant met reclame lastig is voor de NPO aangezien er geen reclame meer is toegestaan bij de online kanalen van de NPO, zich verhoudt tot het feit dat de content van de NPO op tal van plaatsen wordt aangeboden in combinatie met de content van commerciële omroepen (denk bijvoorbeeld aan de pakketten die Ziggo en KPN aanbieden met zowel commerciële als publieke zenders)?

Vraag 5

Kunt u alsnog de vraag beantwoorden of u bereid bent om zo snel mogelijk met alle betrokken partijen van NLZIET in gesprek te gaan over – specifiek – de gezamenlijke ambitie voor NLZIET en deze uitkomsten mee te nemen in uw standpuntbepaling betreffende de toekomst van NLZIET?

Vraag 6

Kunt u toezeggen dat de standpuntbepaling NLZiet alsnog voor de zomer volgt, zodat de Kamer dit in samenhang met het ontwerpbesluit aanvraag wijziging aanbodkanaal NPO Gemist/NPO START kan bezien?


X Noot
1

2022D21106

Naar boven