Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Het papieren meisje» (ingezonden 3 mei 2022).

Vraag 1

Kent u het artikel «Het papieren meisje»?1

Vraag 2

Wat vindt u van het artikel? Bent u het eens dat het onacceptabel is dat er voor kinderen met psychische problemen onvoldoende passende hulp beschikbaar is?

Vraag 3

Bent u het eens dat als een rechter constateert dat er behandeling moet komen, dit ook in praktijk moet gebeuren? Hoe vaak komen situaties zoals beschreven in het artikel voor?

Vraag 4

Hoeveel jongeren die gespecialiseerde hulp nodig hebben, staan nu op wachtlijsten of worden vanwege het gebrek aan passende hulp op een gesloten afdeling geplaatst? Als dit niet bekend is: wanneer verwacht u hier wel zicht op te hebben?

Vraag 5

Bent u het eens dat er onvoldoende gespecialiseerde hulp is voor jongeren die seksueel misbruik hebben meegemaakt? Zo ja, wat gaat u concreet doen om ervoor te zorgen dat er meer behandelplekken en behandelaren komen om deze jongeren te helpen?

Vraag 6

Wat vindt u ervan dat de ouders van de jongere aangeven dat er 27 hulpverleners en instanties met haar bezig zijn, maar vooral over hen wordt gesproken en niet met hen?

Vraag 7

Wat zijn de verplichtingen voor een instelling of crisisplek wanneer een jongere wegloopt? Wat vindt u ervan dat haar ouders haar zelf hebben gevonden?

Vraag 8

Is bekend hoe vaak jongeren slechter uit de gesloten jeugdhulp komen dan dat ze er terecht komen?

Vraag 9

Bent u het eens dat een behandelplan samen met jongeren zou moeten worden opgesteld?

Vraag 10

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over Jeugdbeleid op 18 mei aanstaande?


X Noot
1

Leeuwarder Courant, 23 april 2022, «Het papieren meisje»

Naar boven