Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de hongersnood in Sri Lanka (ingezonden 15 april 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel‘In Sri Lanka, Organic Farming Went Catastrophically Wrong» van Foreign Policy1?

Vraag 2

Was uw ministerie sinds het begin bekend met het experimentele Sri Lankaanse landbouwbeleid in haar agrarische sector?

Vraag 3

Zou u met de Kamer de communicatie kunnen delen die de Nederlandse ambassade in Sri Lanka heeft gedeeld met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het experimentele landbouwbeleid in Sri Lanka?

Vraag 4

Heeft Nederland of de Nederlandse agrarische sector een poging gedaan President Gotabaya Rajapaksa te adviseren toen hij een verbod op gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest besloot af te vaardigen en daardoor 2 miljoen Sri Lankaanse boeren werden verplicht biologische landbouw te bedrijven? Zo ja, wat hield dit advies in? Wat is hiermee gedaan door de Sri Lankaanse regering? Zo nee, waarom is de Nederlandse kennis over het gevaar van dit beleid niet gepresenteerd richting de regering in Sri Lanka?

Vraag 5

Wat gaat u doen om andere ontwikkelingslanden te proberen te beletten voor dezelfde beleidsfouten en haar gevolgen?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het resultaat van het Sri Lankaanse landbouwbeleid sinds het aantreden van President Gotabaya Rajapaksa?

Vraag 7

Welke lessen trekt u uit het grootschalige experiment in Sri Lanka?

Vraag 8

Bent u bereid onderzoek te laten doen naar de lessen die we kunnen trekken uit het Sri Lankaanse landbouwbeleid voor het beleid in Nederland en de Europese Unie?

Vraag 9

Deelt u de angst dat beleid wat het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen doet afnemen kan leiden tot een afname in voedselzekerheid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u het eens met de conclusies in het artikel dat biologische landbouw geschikt is voor een niche in de consumentenmarkt, maar niet voor het grootschalig voeden van een groeiende wereldbevolking?

Vraag 11

Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse landbouwproductie als we met onmiddellijke ingang gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest verbieden?

Vraag 12

Wat is de invloed van organisaties met een financieel belang bij het inperken van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest op het Nederlandse landbouwbeleid? Dit mede in relatie tot het artikel waarin wordt geanalyseerd dat het Sri Lankaanse landbouwbeleid werd bepaald door de Viyathmaga-beweging, waarin de financiele belangen meespeelden van organisaties die winst behaalden bij het afbouwen van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest.

Vraag 13

Welke belangenorganisaties en denktanks hebben in het verleden of hedendaags bij het ministerie bepleit dat Nederland kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen uitfaseerd of het gebruik ervan drastisch verminderd?

Vraag 14

Wat was de reactie van de Nederlandse delegatie naar de VN klimaattop in Glasgow op de speech van President Gotabaya Rajapaksa waarin hij het succes van zijn «agrarische revolutie» verkondigde?

Vraag 15

In welke mate heeft deze toespraak effect gehad op de besluitvorming tijdens de top?

Vraag 16

Heeft de Nederlandse delegatie de foutieve claims van President Gotabaya Rajapaksa richting andere delegaties weerlegd?

Vraag 17

Bent u op de hoogte dat ongeveer 4 miljard mensen wereldwijd afhankelijk zijn voor hun voedselvoorziening van de toegenomen agrarische productiecapaciteit door gewasbestrijdingsmiddelen en kunstmest? In welke mate speelt dit mee in het Nederlandse buitenlandbeleid?

Vraag 18

Zou u deze vragen zo snel mogelijk elk afzonderlijk kunnen beantwoorden?

Naar boven