Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe vogelgriepuitbraak in de Gelderse
Vallei en het feit dat dit «seizoen» een vijfde van alle eenden in de eendenhouderij
is vergast (ingezonden 15 april 2022).
Vraag 1
Is het u ook opgevallen dat er in één maand tijd drie vogelgriepuitbraken waren in
Lunteren, in de Gelderse Vallei?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat in de gemeente Ede, waar Lunteren onder valt, meer dan 34 keer
meer eenden en kippen leven dan mensen, namelijk 49.600 eenden en 4.044.000 kippen
in de pluimvee-industrie, tegenover 120.000 inwoners?2
Vraag 3
Kunt u zich herinneren dat bij een evaluatie van de vogelgriepuitbraken in 2003, waarbij
30 miljoen dieren werden vergast, werd geconcludeerd dat uitbraken in gebieden met
zoveel dieren op elkaar gepropt en zoveel pluimveebedrijven dicht bij elkaar – zoals
in de Gelderse Vallei – moeilijk, zo niet onmogelijk, te beheersen zijn?3
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat sindsdien niets is gedaan met de twee belangrijke aanbevelingen
van deze evaluatie: het flink verminderen van de pluimveedichtheid en het vaccineren
van dieren?
Vraag 5
Erkent u dat als gevolg hiervan welbewust enorme risico’s voor de gezondheid van mens
en dier in stand zijn gehouden, doordat het vogelgriepvirus in die gebieden als een
lopend vuurtje door de stallen gaat, razendsnel kan muteren en zo weer over kan springen
naar het volgende bedrijf?
Vraag 6
Is het u ook opgevallen dat de vogelgriepuitbraak in Lunteren deze week plaatsvond
bij een bedrijf met eenden en dat het vogelgriepvirus in de afgelopen maanden bij
nóg zes grote en twee kleinschalige (vlees)eendenbedrijven voor besmettingen heeft
gezorgd?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat al jaren bekend is dat eenden vele malen vatbaarder zijn voor
vogelgriep, waardoor ze sneller besmet raken terwijl eenden in de eendenhouderij in
hun leven nooit buiten komen?4 5
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat sinds de eerste uitbraak in dit «vogelgriepseizoen» op 26 oktober,
in minder dan zes maanden tijd dus, meer dan 19% van alle eenden in de Nederlandse
vleeseendenindustrie is vergast vanwege vogelgriepuitbraken?
Vraag 9
Waar ligt voor u de grens waarbij u het telkens weer vergassen van eenden en vervolgens
weer opnieuw vullen van de stallen niet langer acceptabel vindt?
Vraag 10
Erkent u dat in de eendenhouderij sprake is van structurele, ernstige dierenwelzijnsproblemen,
onder andere doordat zij moeten leven in dichte stallen zonder zwemwater en voorafgaand
aan de slacht bij bewustzijn ondersteboven aan een poot worden opgehangen en door
een elektrisch waterbad worden gehaald waarvan bekend is dat een aanzienlijk deel
van de dieren niet voldoende wordt bedwelmd?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat het vlees van de eenden die in Nederland worden gefokt, gebruikt
en geslacht, voornamelijk is bestemd voor de export, omdat in Nederland sowieso weinig
eendenvlees wordt gegeten?
Vraag 12
Erkent u dat voor de transitie naar een «dierwaardige veehouderij in balans met de
volksgezondheid» die is aangekondigd in het coalitieakkoord, keuzes nodig zijn om
te bepalen welke sectoren en welke «blijvers» ruimte krijgen om te ontwikkelen en
hun bedrijven toekomstbestendig te maken?
Vraag 13
Bent u bereid om de mogelijkheden te verkennen om de eendenhouderij in Nederland te
beëindigen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
X Noot
3Stegeman, A., et al. (2004). Avian Influenza A Virus (H7N7) Epidemic in The Netherlands
in 2003: Course of the Epidemic and Effectiveness of Control Measures. The Journal
of Infectious Diseases 2004; 190:2088-95.
X Noot
4Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020 nr. 2613.