Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat jongeren vaker betrokken zijn bij ongelukken met e-bikes (ingezonden 14 april 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Jongeren vaker betrokken bij ongelukken met e-bikes: «Auto’s verwachten vaak niet dat ik zo snel zal gaan»»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op het bericht dat jongeren vaker betrokken zijn bij ongelukken met e-bikes?

Vraag 3

Deelt u de zorgen van VeiligheidNL over het verhoogde risico op letsel voor jongeren op e-bikes in vergelijking met jongeren op «normale» fietsen?

Vraag 4

Zijn er naar aanleiding van de antwoorden op mijn eerdere Kamervragen van 28 juli 20212, waarin u pleit voor een homogener snelheidsbeeld stappen ondernomen om het zeer uiteenlopende snelheidsbeeld op fietspaden te verkleinen? Zo ja, welke stappen zijn ondernomen?

Vraag 5

Hoe kijkt u aan tegen de invoering van een verplichte maximumsnelheid van 25 kilometer per uur voor elektrisch aangedreven fietsen? Indien positief, hoe wilt u dit gaan handhaven?

Vraag 6

Ziet u iets in een verbod op e-bikes voor kinderen, om zo het risico op letsel te voorkomen?

Vraag 7

Kunt u concreet aangeven welke mogelijkheden u ziet om de verkeersveiligheid op de fietspaden te verbeteren de komende jaren?

Vraag 8

Deelt u de zorgen van de Fietsersbond dat de huidige inrichting van de fietspaden achterhaald is en aan vernieuwing toe is? Zo ja, welke verbeteringen stelt u voor de komende jaren voor?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3700.

Naar boven