Vragen van de leden Raemakers (D66), Westerveld (GroenLinks), Van den Berg (CDA) en Bikker (ChristenUnie) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de staat van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) (ingezonden 13 april 2022).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u het bericht «Het water staat nu echt aan de lippen bij de ggz» van 8 april jongstleden?1

Vraag 2

Hoeveel instellingen en hoeveel afdelingen binnen de ggz-sector hebben in het jaar 2022 reeds moeten sluiten? Hoe verhouden deze cijfers zich in vergelijking met voorgaande jaren?

Vraag 3

Maak u zich zorgen over de continuïteit van de specialistische ggz in sommige regio’s? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is bekend bij hoeveel afdelingen of instellingen sluiting dreigt door tegenvallende financiële resultaten? Hoe verklaart u dat de marges zo klein zijn dat sluiting dreigt?

Vraag 5

Klopt het bericht dat miljoenenverliezen zich aftekenen in de ggz voor talloze instellingen?

Vraag 6

Bent u het eens met de stelling dat vooral de meest kwetsbare patiënten, de patiënten in de specialistische ggz die de meeste zorg behoeven, de dupe zijn van de financiële situatie van instellingen?

Vraag 7

Heeft het sluiten van ggz-afdelingen een direct verband met de invoering van het zorgprestatiemodel? Waarom wel of waarom niet?

Vraag 8

Bent u het ermee eens dat het zorgprestatiemodel deels als doel heeft om het behandelen van complexere patiënten lonender te maken? Zo ja, hoe kijkt u aan tegen de stelling dat het zorgprestatiemodel op dit moment zelfs averechts werkt?

Vraag 9

Wat is de actuele staat van het personeelstekort in de ggz? Zijn hier concrete cijfers van? Is vast te stellen wat het effect van de coronapandemie hierop is geweest?

Vraag 10

Hoe hoog is het ziekteverzuim in de ggz? Hoeveel is dit gestegen door corona? Is dit meer of minder dan bij andere sectoren?

Vraag 11

Hoeveel procent van het personeelsbestand is binnen de grotere instellingen in de ggz zzp’er? Hoe is dit in vergelijking met andere sectoren in de zorg, zoals ziekenhuizen?

Vraag 12

Bent u het ermee eens dat een «veel personeel niet in loondienst» (PNIL) binnen een instelling kan bijdragen aan extra kosten, minder continuïteit van personeel en extra werkdruk bij personeel dat wel in loondienst is? Zo nee, kunt u dat uitleggen? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om dit binnen de ggz op te lossen?

Vraag 13

Wordt er bij ggz-instellingen, net als ziekenhuizen, een financiële stresstest uitgevoerd om zo te beoordelen in welke mate sluiting dreigt?

Vraag 14

Hoe ziet u de (juridische) rol van zorgverzekeraars die volgens de wet een zorgplicht hebben en derhalve verantwoordelijk zijn dat voldoende zorg beschikbaar is? Wat is hun rol in het geval er sprake is van financiële onzekerheid door externe factoren zoals ziekteverzuim (1), bij financieel wanbeleid door bestuurders (2) en personeelstekorten bij instellingen (3)?

Vraag 15

Bent u bereid om gezamenlijk met de sector en andere betrokkenen, zoals zorgverzekeraars, over de financiële situatie van ggz-instellingen in gesprek te gaan?

Vraag 16

Bent u bereid de afspraken over de ggz, die nu in verschillende akkoorden en programma’s staan, meer te gaan bundelen om te voorkomen dat er teveel losse onderdelen lopen? Hoe ziet u de positie van de ggz in het aangekondigde overstijgende zorgakkoord?

Vraag 17

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?


X Noot
1

Trouw, 8 april 2022, «Het water staat nu echt aan de lippen bij de ggz» (https://www.trouw.nl/binnenland/het-water-staat-nu-echt-aan-de-lippen-bij-de-ggz~bd1d885c/).

Naar boven