Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over antwoorden op eerdere vragen over de tegemoetkoming voor turnsporters (ingezonden 12 april 2022).

Vraag 1

Wat is er gedaan met de aangedragen punten van de klankbordgroep met (oud-)turnsters over de tegemoetkomingsregeling? Wat is de status van de klankbordgroep? Kunnen de adviezen die zij geven vrijblijvend worden opgevat?1

Vraag 2

Wat is de verwachte scope van de regeling? Hoeveel aanvragen verwacht u? En waar is deze verwachting concreet op gebaseerd? Wie betaalt de kosten als er meer aanvragen dan voorzien worden ingediend en goedgekeurd?2

Vraag 3

Waarom wordt er vastgehouden aan de dertig uur als blijkt dat er ook sporters zijn die minder dan dertig uur per week trainden en wel slachtoffer zijn? Bent u het eens dat het gegeven dat de grootste groep meer dan dertig uur maakte niet betekent dat een kleinere groep met minder trainingsuren geen recht heeft op de tegemoetkoming?3

Vraag 4

Hoe weten sporters dat hun aanvraag in behandeling wordt genomen als zij niet gedurende twee jaar wekelijks minimaal dertig uur trainden? Is het dan niet begrijpelijker als deze voorwaarden worden losgelaten? Bent u het eens dat deze vereiste een onnodige drempel opwerpt?

Vraag 5

Waar kunnen turnsters terecht die niet in de hoogste competities hebben meegetraind, maar wel slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag? Kunnen zij ook aanspraak maken op een tegemoetkoming? Zo ja, wie regelt dit en wie is verantwoordelijk voor de kosten?4

Vraag 6

Vindt u ook dat een gesprek om erkenning te bieden wat anders is dan een gesprek als voorwaarde voor een tegemoetkoming? Waarom wordt er niet gekozen voor een schriftelijke afhandeling met een mogelijkheid tot een gesprek, indien sporters ook op deze manier erkenning wensen?5

Vraag 7

Welke alternatieve behandelmogelijkheden zijn er voor de (oud-)turnsters? Zijn hier wachtlijsten? Geldt er een eigen bijdrage?6

Vraag 8

Wat is de stand van zaken van de unaniem aangenomen motie Westerveld c.s. die vraagt om de grenzen tussen tucht- en strafrecht te verkennen en samen met het Centrum Veilige Sport te zorgen dat zaken zo snel mogelijk bij de juiste instantie terechtkomt?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

X Noot
6

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.

Naar boven