Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over zorgmedewerkers met post-covid-syndroom die reeds zijn ontslagen of dreigen hun baan te verliezen (ingezonden 4 april 2022).

Vraag 1

Wanneer start de regeling tijdelijke ondersteuning zorgwerknemers met post-covid-syndroom die u aankondigde in uw brief van 25 februari jongstleden?1

Vraag 2

Ontvangt u, net als Kamerleden, ook signalen van zorgwerknemers die ontslagen zijn ondanks de aangekondigde regeling?

Vraag 3

Hoe heeft u uw dringende beroep richting werkgevers gedaan om, vooruitlopend op de regeling, met zorgwerknemers met post-covid-syndroom in gesprek te blijven en niet tot ontslag over te gaan? Heeft u gesprekken gevoerd met brancheverenigingen om dit onder de aandacht te brengen? Hoe heeft u hierover actief gecommuniceerd?

Vraag 4

Kan het UWV bij een ontslagaanvraag op grond van langdurige ziekte, indien geregistreerd is dat dit gaat om langdurige covid-klachten, de werkgever ook direct wijzen op deze aanstaande regeling? Of zou het mogelijk zijn om bij alle ontslagaanvragen op grond van langdurige ziekte in de zorgsector de werkgever hierop te wijzen?

Vraag 5

Welke mogelijkheden hebben zorgwerknemers om met terugwerkende kracht, indien zij reeds ontslagen zijn, alsnog aanspraak te kunnen maken op de subsidieregeling via hun oude werkgevers? Bijvoorbeeld door opnieuw een arbeidsovereenkomst aan te gaan?

Vraag 6

Kunt u nader ingaan op het juridische kader met betrekking tot zorgwerknemers met post-covid-syndroom en hun rechten via ontslagwetgeving wanneer de subsidie van start gaat?

Vraag 7

Bent u blijvend in contact met vakbonden, te meer omdat de regeling nog niet van start is gegaan en zij meldingen kunnen ontvangen van zorgwerknemers waarbij ontslag dreigt?

Vraag 8

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en met spoed beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 1813.

Naar boven