Vragen van het lid Goudzwaard (JA21) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over kleine opleiders die buiten de boot vallen omdat ze niet kwalificeren voor het STAP-budget (ingezonden 25 maart 2022).

Vraag 1

Bereiken u signalen van aanbieders van opleidingen die niet kwalificeren voor het STAP-budget omdat hun omzet niet voldoet aan de daarvoor gestelde normering, waardoor potentiële cursisten zich aanmelden bij grote opleiders waarbij ze wél een opleidingstegoed van 1.000 euro kunnen krijgen?

Vraag 2

Wilt u in beeld brengen wat ongeveer de omvang is van de groep «kleine opleiders»?

Vraag 3

Bent u bereid de STAP-regeling te herzien zodat ook opleiders uit de hiervoor genoemde groep die zich in kwalitatief opzicht en volgens andere redelijk te stellen criteria voldoende kwalificeren alsnog in aanmerking komen om opleidingen aan te bieden waarvoor het STAP-budget van toepassing is?

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat door de spreiding in de loop van het jaar van momenten waarop cursisten zich kunnen aanmelden, de nieuwe regeling waarin brancheorganisaties garant kunnen staan voor kleine opleiders die nog voor de zomer komt, betekent dat de betreffende ondernemers hoe dan ook al een deel van het jaar inkomen kwijt zijn?

Vraag 5

Is de constatering juist dat het garant staan door brancheorganisaties voor kleine opleiders weliswaar een deel van het probleem wegneemt, maar dat er een lacune ontstaat omdat er kleine opleiders zijn die niet onder een branche vallen, maar die wel kwalitatief hoogwaardige opleidingen aanbieden?

Vraag 6

Als u mee kunt gaan in bovenstaande constatering, bent u dan bereid om het bereik van het STAP-budget te vergroten voor deze opleiders waarvoor geen brancheorganisatie garant kan staan?

Vraag 7

Is het mogelijk om, gelet de dringende problematiek die kleine opleiders ervaren, op korte termijn aandacht te geven aan deze vragen?

Naar boven