Vragen van de leden Boulakjar en Boucke (beiden D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over maatwerkafspraken voor woningbouw (ingezonden 15 maart 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich de uitspraak van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in haar brief van 5 juli 2019 dat in overleg met betrokken partijen wordt gekeken of er vooruitlopend daarop (aanpassing van het luchthavenindelingsbesluit, LIB) in specifieke gevallen mogelijkheden zijn om te komen tot maatwerkafspraken voor beperkte ontwikkeling waar dit nu niet is toegestaan en afspraken voor locaties waar dit nu wel is toegestaan, maar dat het bij wijziging van de contouren later mogelijk niet meer gewenst is?1

Vraag 2

Kunt u aangeven in hoeveel situaties sprake is geweest van maatwerkafspraken om woningbouw mogelijk te maken? Om hoeveel woningen gaat dat?

Vraag 3

Bent u van mening dat de bouw van studentenwoningen in Kronenburg in aanmerking komt voor dergelijke maatwerkafspraken?

Vraag 4

Hoe weegt u het feit dat op dit moment duizenden studenten onder een aanvliegroute wonen en geen geluidsoverlast ervaren, maar dat dit als bezwaar wordt opgevoerd tegen het aanvullend bouwen van 2.500 studentenwoningen meters verder?

Vraag 5

Is de huidige vliegoperatie (conform het vigerend luchthavenverkeerbesluit (LVB)), 500.000 vliegtuigbewegingen, Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel en huidige vlootmix) en daaruit volgende geluidbelasting in overeenstemming met de zonering die volgt uit het Luchthavenindelingsbesluit (LIB)?

Vraag 6

Hoeveel woningbouw wordt eventueel mogelijk bij het in overeenstemming brengen van het LIB met het LVB of anderszins een actualisatie van het LIB?

Vraag 7

Bent u van mening dat, gezien de aanzienlijke vertraging die verwacht wordt met betrekking tot het vastleggen van het luchthavenverkeersbesluit, er stappen moeten worden gezet in het actualiseren van het LIB?

Vraag 8

Hoe weegt u de uitspraak van de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) (zienswijze actualisatie LIB naar aanleiding van de taxibaan «Quebec») dat blijkt uit het Milieueffectrapport van het LVB «dat er tal van locaties zijn waar de begrenzing van de beperkingengebieden niet op de goede plek liggen»? Om hoeveel woningen gaat het daarbij?

Vraag 9

Bent u bereid de in deze zienswijze genoemde quick wins in samenwerking met de BRS voortvarend op te pakken om zo woningbouw mogelijk te maken?


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr. 646

Naar boven