Vragen van de leden Podt, Van der Laan en Sjoerdsma (allen D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de zorgelijke toestand van etnisch-Russische studenten, docenten en onderzoekers in Nederland (ingezonden 7 maart 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de zorgelijke toestand van etnisch-Russische studenten, docenten en onderzoekers in Nederland op dit moment?

Vraag 2

Bent u verder bekend met het feit dat door de genomen sancties de financiële steun via de ouders van de groep studenten is opgedroogd?

Vraag 3

Bent u het eens met de stelling dat deze studenten in combinatie met het feit dat zij volgens de Nederlandse wet maximaal 16 uur per week mogen werken in acute geldproblemen kunnen komen? Hoe oordeelt het u over deze situatie? Welke versnelde maatregelen neemt u om deze studenten uit deze geld- en andere problemen te helpen? Is het bijvoorbeeld mogelijk het aantal uren dat zij mogen werken uit te breiden?

Vraag 4

Bent u het eens met de stelling dat etnisch-Russische studenten, docenten en onderzoekers op het moment negatieve gevolgen ondervinden waar zij niks aan kunnen doen?

Vraag 5

Bent u bekend met het feit dat er veel onduidelijkheid bestaat over de mogelijkheden voor deze groep om hun studie of werk voort te zetten en over hun visa, terwijl zij niet terug kunnen vliegen naar Rusland of Belarus?

Vraag 6

Hoe oordeelt u over deze situatie? Hoe weegt u hierbij het feit dat veel van deze mensen uitgesproken anti-Poetin zijn?

Vraag 7

Bent u bereid, dit alles overwegende, zorgvuldig te kijken naar de verblijfsstatus van deze studenten en het zo nodig mogelijk te maken dat zij zo lang als nodig in Nederland kunnen blijven?

Vraag 8

Welke mogelijkheden hebben universiteiten en hogescholen om studenten uit Oekraïne, Belarus en Rusland die het collegegeld niet (meer) kunnen betalen tegemoet te komen?

Vraag 9

Bent u bekend met het feit dat er ook groepen studenten zijn die niet uit Rusland of Belarus komen, maar wel ouders in deze landen hebben en dus ook met deze problemen te maken hebben? Zijn er mogelijkheden ook voor deze studenten te komen tot oplossingen?

Vraag 10

In hoeverre heeft deze situatie verder invloed op het weglekken van belangrijke wetenschappelijke kennis uit Nederland? Kunt u verder uitweiden over de mogelijke risico’s wat betreft dit thema en welke maatregelen er genomen worden om deze risico’s te mitigeren?

Vraag 11

Kunt u deze vragen afzonderlijk en met spoed beantwoorden?

Naar boven