Vragen van de leden Tjeerd de Groot en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van
Buitenlandse Zaken, voor Natuur en Stikstof en van Landbouw, Natuur en Visserij over
de VN Intergovernmental Conference on Marine Biodiversity of areas Beyond National
Jurisdiction (BBNJ) (ingezonden 21 februari 2022).
Vraag 1
Klopt dat momenteel slechts 1,2 procent van de hoge zee, dus het gebied buiten de
jurisdictie van nationale landen, beschermd gebied is, omdat er geen bestuur- of beheersystemen
bestaan om dergelijke gebieden in te stellen?
Vraag 2
Hoe duidt u de risico’s voor de biodiversiteit en het klimaat als inderdaad maar liefst
98,8 procent van de hoge zee onbeschermd is?
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat de biodiversiteit op zee van groot belang is en er meer
zou moeten gebeuren om ook gebieden buiten de nationale jurisdictie te beschermen
tegen schadelijke activiteiten?
Vraag 4
Zal Nederland op de aankomende VN-conferentie over dit soort onbeschermde gebieden
(de BBNJ-conferentie) aanwezig zijn, gezien het belang van de besluitvorming en Nederlands’
hoge ambities op het gebied van biodiversiteit? Zal hierbij ook een Minister worden
afgevaardigd? Waarom wel of niet?
Vraag 5
Kunt u toelichten wat de uitkomst is geweest van de besprekingen op de One Ocean Summit
aangaande biodiversiteit op zee? Heeft de Nederlandse delegatie hier gepleit voor
een ambitieuze agenda op de conferentie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u aan de hand van wat is besproken bij de One Ocean Summit uiteenzetten wat u
verwacht dat de opstelling van EU-partners op de BBNJ-conferentie gaat zijn, en uw
waardering van deze opstelling?
Vraag 7
Steunt Nederland het doel van 30% beschermd gebied in oceanen ofwel Marine Protected Areas (MPAs), zoals door wetenschappers aanbevolen, en gaat Nederland dit op de conferentie
uitdragen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u toelichten hoe u de samenhang ziet tussen het nieuw te sluiten BBNJ-verdrag
en bestaande akkoorden en overeenkomsten, zoals de UNCLOS, maar ook de visserijafspraken
binnen RFMOs, vaarroutes onder de International Maritime Organization?
Vraag 9
Gaat Nederland bij de BBNJ-conferentie ook pleiten voor een goed handhavings- en beheersysteem,
zodat over activiteiten in de zee Environmental Impact Assessments (EIAs) opgesteld
en beoordeeld kunnen worden? Kunt u uiteenzetten hoe u dit voor u ziet?
Vraag 10
Bent u het eens met de vragenstellers dat het uitvoeren van EIAs volgens moderne standaarden
zou moeten, voor alle activiteiten die een meer dan klein gevolg en grensoverschrijdend
effect hebben op de biodiversiteit van het milieu op de hoge zee, ongeacht waar deze
activiteiten plaatsvinden? Op welke wijze wilt u deze standaarden, de reikwijdte en
toepassing van de milieueffectenrapportage vormgeven?
Vraag 11
Bent u op de hoogte van de aanwezige kennis en ervaring bij de Nederlandse bedrijven,
kennisinstellingen en de overheid op het gebied van het ordenen en beheren van complexe
zeegebieden waar belangen van biodiversiteit moeten worden afgewogen met andere activiteiten?
Zo ja, bent u bereid te onderzoeken hoe deze kennis en ervaring benut kan worden in
de toekomstige uitwerking en toepassing van het BBNJ-akkoord?
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk en in elk geval voor de BBNJ-conferentie
te beantwoorden?