Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het vernietigen van de exportvergunning van een dolfijn aan een Chinees pretpark (ingezonden 18 februari 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, waarin het besluit om een Amerikaanse dolfijn te verkopen aan een Chinees pretpark wordt vernietigd?1

Vraag 2

Vindt u het verantwoord dat de overige dolfijnen en andere zeezoogdieren wel worden verkocht aan Hainan Ocean Paradise, nu de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat Hainan Ocean Paradise een attractiepark is en dat het hier om commerciële transacties gaat? Zo ja, waarom vindt u het verantwoord om deze dieren aan een pretpark te verkopen? Zo nee, gaat u dan geen nieuwe exportvergunning verlenen aan het Dolfinarium?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam aantoont dat het Hainan Ocean Paradise pretpark en het Dolfinarium in beginsel op winst gerichte bedrijven zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Onderschrijft u de uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, gebaseerd op resolutie 5.10 (Definition of primarily commercial purposes), dat een dierentuin niet per definitie een niet-commerciële instelling is?2 Zo nee, op basis waarvan bestrijdt u deze opvatting? Zo ja, gaat u dierentuinen dan voortaan benoemen als commerciële instellingen?

Naar boven