Vragen van de leden Sneller (D66) en Leijten (SP) aan de Minister-President en de
Ministers van Justitie en Veiligheid, en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het bericht «Maxima als test voor de monarchie» uit het Algemeen Dagblad van
31 januari 2022 en de documentaire «Een Porseleinen Huwelijk» van BNNVARA (ingezonden
7 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Maxima als test voor de monarchie» uit het Algemeen
Dagblad van 31 januari 2022 en de documentaire «Een Porseleinen Huwelijk» van BNNVARA?
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de afwijzingsbrief met de beslissing van het openbaar ministerie
om Jorge Zorreguieta niet te vervolgen was opgesteld door de topman van het Openbaar
Ministerie (OM) Joan De Wijkerslooth en deze vervolgens werd verstuurd door en onder
de naam van de hoofdofficier van het arrondissementsparket Amsterdam?
Vraag 3
Kunt u het interne memo van 13 maart 2001 en de fax van 14 maart 2001 van de top van
het OM aan Minister-President Kok openbaren waarin de brief van het Hof van Amsterdam
wordt gedicteerd? Zo niet, kun u verzoeken deze documenten openbaar te maken als deze
documenten bij andere instanties berusten?1
Vraag 4
Zijn er aanwijzingen waarom het OM toentertijd koos voor deze gang van zaken? Welke
regels en protocollen golden er rondom het opstellen en versturen van beslissingen
tot niet-vervolging?
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze gang van zaken politieke beïnvloeding en geen volledige
onafhankelijkheid van het OM kan suggereren? Zo ja, waarom wel? Zo, nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat de top van het OM het Ministerie van Algemene Zaken eerder op
de hoogte stelde van de afwijzingsbrief dan de Minister van Justitie?
Vraag 7
Welke Minister heeft op dit moment het eerste informatierecht als het OM of de inlichtingendiensten
een zaak behandelen waarin (leden van) het Koninklijk Huis zijn betrokken?
Vraag 8
Kunt u aangeven of er sinds de gebeurtenissen waarnaar de nieuwsbronnen verwijzen
voldoende waarborgen zijn om te voorkomen dat beslissingen van het OM over het wel
of niet vervolgen van personen in politiek gevoelige zaken onder politieke druk genomen
worden? Kunt u aangeven hoe deze waarborgen eruitzien?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat in augustus 1999 een rapportage is opgesteld over Jorge Zorreguieta
zonder dat toenmalig Minister Peper van Binnenlandse Zaken en Minister-President Kok
hiervan op de hoogte waren?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat plaatsvervangend-directeur van de Binnenlandse Veiligheidsdienst
Onno Koerten deze rapportage heeft opgesteld op basis van het onderzoek dat hij heeft
gedaan in de maanden vóór het verschijnen van dit rapport in augustus 1999? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 11
Kunt u aangeven waar het Nederlandstalige deel van de rapportage precies is aangetroffen
toen de Rijksvoorlichtingsdienst hier onderzoek naar deed?
Vraag 12
Kunt u aangeven waarom de Rijksvoorlichtingsdienst niet vast kan stellen in wiens
opdracht het Nederlandse deel van de rapportage is gemaakt en ook niet wie daarvan
op de hoogte was?
Vraag 13
Deelt u de mening dat er paralellen zijn met het onderzoek naar Edwin de Roy van Zuydewijn,
nu dat laatste onderzoek ook werd uitgevoerd zonder dat de Minister van Binnenlandse
Zaken en de Minister-President daarvan op de hoogte waren? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, waarom wel?
Vraag 14
Kunt u met zekerheid aangeven dat de toenmalige directeur van het Kabinet van de Koning
– zoals ook het geval was bij het onderzoek naar de Roy van Zuydewijn – niet de opdrachtgever
van het onderzoek naar Zorreguieta was? Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Kunt u aangeven of er na het onderzoek naar de Roy van Zuydewijn waarborgen zijn getroffen
om onderzoeken waarbij de bevoegde personen niet op de hoogte zijn te voorkomen? Zo
ja, welke waarborgen?
Vraag 16
Kunt u aangeven of deze waarborgen op dit moment nog steeds gelden en er anno 2022
voldoende waarborgen zijn om herhaling van dergelijke onderzoeken te voorkomen?
Vraag 17
Deelt u de mening dat uit de gang van zaken rondom het onderzoek naar Zorreguieta
blijkt dat de democratie moest wijken voor de monarchie via kanalen die opereren op
het randje van de ministeriële verantwoordelijkheid? Zo nee, waarom niet?