Vragen van de leden Sahla en Paulusma (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inzet van tolken in de jeugdzorg (ingezonden 2 februari 2022).

Vraag 1

Kunt u een reactie geven op de campagne «Dit is een kind en geen tolk»?

Vraag 2

Bent u net als uw voorganger als bewindspersoon op VWS van mening dat het onwenselijk is om minderjarigen in te zetten als tolk?1 Zo ja, vindt u ook dat deze stellingname evengoed geldt voor de situatie dat het kind zelf zorg ontvangt?

Vraag 3

Klopt het dat vanaf 1 januari 2022 tolken in de ggz voor volwassenen kunnen worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar, maar dat er voor de zorg voor kinderen en jongeren in het kader van de Jeugdwet nog geen landelijke oplossing is? Zo ja, waarom geldt dat onderscheid tussen volwassenen en jongeren en hoe beoordeelt u het risico dat er dan sprake is van een ongeoorloofd onderscheid op basis van leeftijd en herkomst?

Vraag 4

Vindt u ook dat de inzet van een tolk in de zorg en specifiek in de jeugdzorg belangrijk is voor een goede kwaliteit en effectiviteit van de zorg?

Vraag 5

Hoeveel kinderen met niet-Nederlandstalige ouders ontvangen jeugdzorg op dit moment en hoeveel waren dat er in de afgelopen jaren?

Vraag 6

Klopt het dat er kinderen of jongeren worden geweigerd bij jeugdzorginstellingen, omdat hun ouders de Nederlandse taal niet machtig zijn?

Vraag 7

Klopt het dat wanneer ouders de Nederlandse taal niet machtig zijn, jongeren in jeugdzorginstellingen moeten vertalen voor hun ouders gedurende het traject en ouders op die manier niet goed meegenomen kunnen worden in het zorgtraject van hun kind?

Vraag 8

Hoe wordt door de jeugdbescherming een adequaat feitenonderzoek gewaarborgd bij uithuisplaatsing indien de ouders niet Nederlandstalig zijn?

Vraag 9

Klopt het dat de beheersing van de Nederlandse taal een factor kan zijn bij de uithuisplaatsing van kinderen en dat de inzet van een tolk zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van uithuisplaatsingen?

Vraag 10

Kunt u bij de antwoorden op de vragen 6 tot en 9 aangeven of deze zaken uitvoerig zijn onderzocht (dus niet alleen steekproefsgewijs of casueel), om hoeveel gevallen het gaat en in hoeverre dit incidentele of structurele problematiek is? Zo nee, bent u bereid dit onderzoek te (laten) doen?

Vraag 11

Kunnen bovenstaande vragen betrokken worden bij de uitvoering van de motie-Paulusma/Bikker2 over de bekostiging van de tolkenvoorziening?

Vraag 12

Wat is de voortgang van de uitvoering van de motie-Paulusma/Bikker over de bekostiging van de tolkenvoorziening? Wat is de voortgang specifiek op het onderdeel jeugdzorg?

Vraag 13

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de financiering van tolken in de jeugdzorg structureel en adequaat geregeld wordt, zodat jongeren in deze kwetsbare situatie de zorg krijgen die ze nodig hebben en jongeren niet meer hoeven te tolken gedurende het zorgtraject?


X Noot
1

VPRO Argos, 6 februari 2021, «Spraakverwarring in de spreekkamer» https://www.vpro.nl/argos/media/luister/argos-radio/onderwerpen/2021/spraakverwarring-in-de-spreekkamer.html

X Noot
2

Kamerstuk 35 925-XVI, nr. 50

Naar boven