Vragen van de leden Peters, Werner (beiden CDA), De Neef en Tellegen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het toezicht van de gemeenten op de zorg (ingezonden 21 januari 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het gemeentelijk toezicht faalt en kwetsbaren de klos zijn, en waarin deskundigen op basis van onderzoek concluderen dat het gemeentelijk toezicht op de zorg ver onder de maat is?1

Vraag 2

Herkent u de conclusies die uit dit onderzoek naar voren komen? Zo ja, wat is uw reactie hierop? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u bij benadering aangeven hoeveel fte’s gemeenten hebben vrijgemaakt voor toezicht en handhaving op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)-en jeugdzorgtaken?

Vraag 4

Hoe staan deze inspecteurs in contact met landelijke inspectiediensten zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)?

Vraag 5

Hoe gaan de landelijke inspectie- en toezichtdiensten om met meldingen vanuit lokale overheden en burgers?

Vraag 6

Welke protocollen bestaan hieromtrent? Hoe vaak is er sinds 2015 melding gemaakt van misstanden en/of fraude? Wat is met deze meldingen gedaan?

Vraag 7

Hoe kunnen lokale inspecties zaken doorgeven aan de IGJ? Is hier een protocol voor? Zo ja, hoe is of wordt deze gecommuniceerd richting gemeenten?

Vraag 8

Hoe wordt toegezien op het (bij)scholingsniveau van het personeel? In het verlengde daarvan, hoe oordeelt u over de veiligheid van de patiënten en het personeel indien er, zoals in het artikel wordt gesteld, sprake is van ongekwalificeerd personeel binnen zorginstellingen? Welke maatregelen worden genomen om dit tegen te gaan?

Vraag 9

Hoe gaat u versnipperd toezicht tegen als sprake is van meerdere zorgvormen onder één dak, dus bijvoorbeeld Wmo- en jeugdzorg?

Vraag 10

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) schrijft voor dat zorgaanbieders voor voldoende en gekwalificeerd personeel moeten zorgen; wat verstaat u onder gekwalificeerd personeel en waar staan die kwalificaties opgesomd?

Vraag 11

Zorgaanbieders zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid van zowel patiënten als personeel, hoe houdt u hier toezicht op? Hoe is het toezicht op beschermd wonen geregeld als er sprake is van misstanden? Waar worden die gemeld en hoe worden die in behandeling genomen, zeker ook bij gemeenten die (nog) geen duidelijke toezichthouders hierop hebben ingesteld?

Vraag 12

Hoe zijn de gemeenten toegerust op toezicht en sturing? Hoe wordt de lijn tussen verbeteren en sluiting bepaald?

Vraag 13

Hoe worden de gemeenten bij hun controlerende en toezichthoudende taken met betrekking tot zorgkwaliteit, -misstanden en -fraude ondersteund?

Vraag 14

Uit een onderzoek van RTL Nieuws van 29 oktober 2021 bleek dat er ruim 560 dubieuze zorgaanbieders zijn waar een groot risico is op witwassen, fraude en andere vormen van criminaliteit, welke maatregelen neemt u of gaat u nog nemen om dit risico tegen te gaan?

Vraag 15

Vindt er op dit moment structureel overleg en/of afstemming plaats tussen verschillende gemeenten over het uitvoeren van hun toezichthoudende rol?

Vraag 16

Kent u gemeenten waarbij het toezicht op de zorg goed is geregeld en die als voorbeeld kunnen dienen voor andere gemeenten? Bent u bereid om gemeenten te stimuleren om van elkaar te leren waar het gaat om toezicht en handhaving op zorgfraude?

Vraag 17

Welke maatregelen gaat u nemen om beter zicht en grip te krijgen op zowel zorgfraude als -misstanden?

Vraag 18

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat in de Kamer over zorgfraude op 3 februari 2022?


X Noot
1

Follow the Money en Brabants Dagblad, 20 januari 2022, «Toezicht op gemeentelijke zorg: heel wat tragische incidenten maar door schade en schande langzaam wijzer»

Naar boven