Vragen van de leden De Hoop (PvdA), Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de gevolgen van de veranderende bekostigingssystematiek voor het primair onderwijs (ingezonden 13 januari 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Basisonderwijs krijgt volgend schooljaar 500 miljoen euro minder»?1

Vraag 2

Klopt het dat schoolbesturen tussen augustus en december 2022 zo'n 7,2% van de personele bekostiging die zij op dat moment nog niet hebben ontvangen vanwege de nieuwe bekostigingssystematiek, boekhoudkundig zullen moeten aanvullen vanuit de eigen reserves?

Vraag 3

Klopt het dat het eigen vermogen een bufferfunctie heeft die is opgebouwd op basis van risico-inventarisatie en dat deze buffer na verlaging weer opgebouwd moet worden om in voorkomende gevallen risico’s af te kunnen dekken?

Vraag 4

Klopt het dat schoolbesturen na de vermindering van het eigen vermogen van macro 500 miljoen euro dit vermogen ten behoeve van het afdekken van risico’s slechts kunnen aanvullen vanuit de exploitatie en dat dus ten koste gaat van investeringen in het onderwijs?

Vraag 5

Uw voorganger stelde dat er coulant zal worden omgegaan met scholen die in de problemen komen met de signaleringswaarde door deze nieuwe bekostiging. Is bekend bij hoeveel scholen er problemen zullen ontstaan? Waaruit zal de coulance bestaan?

Vraag 6

Is dit een puur een «technische exercitie» zoals uw voorganger het noemde2, of kunnen er wel degelijk negatieve effecten zijn voor scholen? Betekent dit dat er feitelijk 500 miljoen euro minder aan onderwijs besteed kan worden?

Vraag 7

Op welke manier verhoudt deze mogelijke afname van reserves zich tot het feit dat «De medezeggenschapsraden en de raden van toezicht bij de afbouw van reserves een actieve rol moeten spelen»?3

Vraag 8

Deelt u de mening dat gezien de grote opgaven waar het onderwijs voor staat zoals het verbeteren van de onderwijskwaliteit, maar bijvoorbeeld ook de verbetering van ventilatie in schoolgebouwen, dit geld uit de reserves misschien beter daarin geïnvesteerd had kunnen worden, dan dit nu op deze manier af te boeken?

Vraag 9

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, zodat enige onduidelijkheid bij schoolbesturen en leraren kan worden opgehelderd?


X Noot
2

Verslag van een wetgevingsoverleg, gehouden op 18 januari 2021 (Kamerstuk 35 605, nr. 12)

X Noot
3

Kamerstuk 35 925-VIII, nr. 11

Naar boven