Vragen van de leden Westerveld en Bouchallikh (beiden GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Omstreden software studenten blijkt onveilig: hackers konden meegluren» (ingezonden 15 december 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Omstreden software studenten blijkt onveilig: hackers konden meegluren»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat vele tienduizenden Nederlandse studenten maandenlang gemakkelijk te hacken zijn geweest, omdat hun opleiding hen verplichtte onveilige antispieksoftware te installeren?

Vraag 3

Bent u voornemens om instellingen erop te wijzen dat software zoals Proctorio alleen in uitzonderlijke gevallen moet worden gebruikt, bijvoorbeeld als een student niet fysiek naar een tentamen kan komen vanwege een functiebeperking?

Vraag 4

Is bekend op welke onderwijsinstellingen de software Proctorio op dit moment wordt gebruikt en welke instellingen sinds het begin van de coronapandemie Proctorio hebben ingezet?

Vraag 5

Hoe zijn studenten die Proctorio van de onderwijsinstelling hebben moeten installeren op de hoogte gebracht van het lek?

Vraag 6

Welke maatregelen hebben instellingen die Proctorio verplichtten genomen, nadat bekend is geworden dat de software onveilig is?

Vraag 7

Welke andere antispieksoftware wordt op dit moment gebruikt door hogeronderwijsinstellingen en hoe wordt gecontroleerd of die wel veilig genoeg is?

Vraag 8

Aan welke privacy-eisen moeten hogeronderwijsinstellingen voldoen voor het gebruiken van antispieksoftware?

Vraag 9

Hoe wilt u de privacy van studenten en medewerkers in de toekomst garanderen nu steeds meer toepassingen in het onderwijs digitaal zijn en geleverd worden door commerciële partijen?

Vraag 10

Kunt u in kaart brengen welke andere privacyrisico’s studenten en medewerkers nu lopen?

Vraag 11

Bent u voornemens om aanvullende protocollen op te stellen voor het gebruik van antispieksoftware, zoals instemmingsrecht van de medezeggenschap?

Vraag 12

Hoe kijkt u, tegen deze achtergrond, terug op uw antwoorden op eerdere Kamervragen waarin u aangaf dat instellingen zelf mogen bepalen of de medezeggenschap meebeslist over online proctoring?2


X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen II, 2020–2021, nr. 3241

Naar boven