Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording op de schriftelijke vragen over het artikel dat Amsterdam een opkoopbescherming wil invoeren voor de hele stad (ingezonden 8 december 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich uw beantwoording op de schriftelijke vragen over het artikel dat Amsterdam een opkoopbescherming wil invoeren voor de hele stad?1

Vraag 2

Hoe rijmt u het dat Amsterdam de gehele stad wil aanwijzen voor de opkoopbescherming, terwijl in de wet staat dat de opkoopbescherming wordt ingevoerd voor buurten en gebieden?

Vraag 3

Hoe rijmt u het dat Amsterdam de gehele stad wil aanwijzen voor de opkoopbescherming, terwijl in uw ambtelijk advies aan gemeenten staat dat «de opkoopbescherming door de gemeente gericht moet worden ingezet in bepaalde gebieden»?

Vraag 4

Klopt het in algemene zin dat geldt dat een bredere toepassing van de opkoopbescherming in de gehele stad ingrijpender en lastiger te onderbouwen is dan een smallere toepassing?

Vraag 5

Klopt het in algemene zin dat een sterke onderbouwing hiervoor nodig is?

Vraag 6

In hoeverre bent u van mening dat Amsterdam die sterke onderbouwing heeft?

Vraag 7

Klopt het in algemene zin dat wanneer die sterke onderbouwing ontbreekt de gemeente het risico loopt dat de rechter de opkoopbescherming in de gehele stad onverbindend verklaart en dat starters in de gehele stad niet worden beschermd tegen opkopers?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 918

Naar boven