Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat en de Minister-President over de afhandeling van de schade van de wateroverlast in Limburg en Noord-Brabant van juli 2021 (ingezonden 17 november 2021).

Vraag 1

Staat u nog steeds achter de uitspraken van voormalig Staatssecretaris Van Veldhoven: «We willen als signaal geven: Limburg staat er niet alleen voor, ook financieel niet.» en achter de uitspraak van demissionair Minister-President Rutte: «Eigenlijk zijn er nu drie rampen. Eerst was er corona, nu deze overstromingen, en straks moeten alle mensen aan de slag met het opruimen en herstellen. Het is ramp, na ramp, na ramp. Maar we zullen Limburg niet in de steek laten.»?1

Vraag 2

Is het correct dat er nog geen enkel bedrag in het kader van de Wet Tegemoetkoming schade (Wts) is uitbetaald?

Vraag 3

Zo ja, wat is de reden dat er nog geen enkel bedrag in het kader van de Wts is uitbetaald?

Vraag 4

Welke acties onderneemt u om dit te bespoedigen?

Vraag 5

Kunt u pro forma uitbetalingen verrichten om de getroffenen in ieder geval tegemoet te komen?

Vraag 6

Deelt u de mening van de heer Daan Prevoo, burgemeester van Valkenburg, dat de meldingstermijn voor de Wts verlengd moet worden omdat de inhuur van schade experts voor vertraging zorgt?

Vraag 7

Bent u bereid deze termijn met minimaal vier maanden te verlengen naar 15 april 2022?

Vraag 8

Bent u op de hoogte van de zogenaamde «Beurspolissen» (verzekeringsvorm) waarbij er niet wordt uitbetaald en de verzekeraar probeert de kosten door te schuiven naar de Wts?

Vraag 9

Zo ja, heeft u de mogelijkheid om hierop in te grijpen?

Vraag 10

Zo nee, kunt u hier onderzoek naar doen?

Vraag 11

Deelt u de mening van de heer Prevoo dat er sprake is van een sterke juridisering van de Wts en dat dit ten koste gaat van de gedupeerden?

Vraag 12

Zo ja, kan er een meer coulante manier van omgaan met de afhandeling van de meldingen worden gevonden?

Vraag 13

Zo nee, kan er desalniettemin een meer coulante manier van omgaan met de afhandeling van de meldingen worden gevonden?

Vraag 14

Welke eisen stelt u aan de kennis en ervaring van taxateurs en volgens welk protocol moeten zij werken aangezien blijkt dat de taxateurs verschillend te werk gaan bij de taxatie en het merendeel niet goed is ingevoerd in de sector waardoor veel zaken onduidelijk zijn, zo gaat de ene taxateur wel actief het veld in om te kijken terwijl de ander vanaf de keukentafel de zaken beoordeeld?

Vraag 15

Vindt u het acceptabel dat de termijn van afhandeling van de schades lang is – na taxatie komt na dertien weken een reactie van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en daarna duurt het nog eens zeven weken voordat er wat uitbetaald wordt – en wat gaat u er aan doen om deze periode te verkorten?

Vraag 16

Waarom is gekozen voor de omslachtige manier van melden op basis van kadastraal nummer in plaats van via de al bij u aanwezige gegevens voor de Landbouwtelling?

Vraag 17

Kunt u aangeven wat de spelregels zijn met betrekking tot de vergoeding van meerjarige teelten, aangezien er nog veel onduidelijk is, en/of kunt u zorgen dat de RVO vragen hierover wel beantwoordt en dan met een klip en klare reactie?

Vraag 18

Wat is volgens u de correcte toepassing van de drempel uit de Wts – de Wts kent een drempel van 20% schade maar het is bij RVO niet helder te krijgen of dit geldt per perceel, per gewas, per gewasgroep of per bedrijf – en kunt u ervoor zorgen dat de RVO vragen hierover wel beantwoordt en dan met een klip en klare reactie?

Vraag 19

Hoe moeten getroffenen zonder Kamer van Koophandel (KVK) en/of BTW-nummer, die geen melding kunnen doen, zoals een burger die geen kadastrale nummer kan opgeven terwijl zij soms wel een gecombineerde opgave voor landbouw indienen, hun schade verhalen?

Vraag 20

Kunt u op de kortst mogelijke termijn beter leesbare kaarten in hogere resolutie verstrekken, aangezien de gehanteerde kaarten om te bepalen welke percelen in de regeling vallen zeer onduidelijk zijn, zodat getroffenen kunnen bepalen of hun perceel binnen de regeling valt? Zo ja, per wanneer?

Vraag 21

Bent u op de hoogte van de geluiden dat taxaties uitgevoerd zijn om in beeld te brengen wat de schade was na de ramp, maar dat deze onvoldoende dan wel niet worden meegenomen in de beoordeling door de taxateurs die hiervan op de hoogte zijn? En wat vindt u er van als dit aan de orde zou zijn?

Vraag 22

Is extreme schade door regenval nu wel of niet gedekt nu het regenwater onvoldoende kon afstromen waardoor schades zijn ontstaan die de facto veroorzaakt zijn door de overstromingen?

Vraag 23

Kunt u aangeven waarheen het gemaaid gras, wat vervuild was en op een hoop is gezet op het perceel om een nieuwe snede voor het vee geschikt te maken, naartoe afgevoerd moet worden, aangezien aannemers deze opdracht van het waterschap krijgen? Wie draagt hiervoor de kosten? Worden deze kosten binnen de regelingen vergoed. Zo ja, binnen welke regeling worden deze vergoed?

Vraag 24

Is het ook toegestaan om vervuild gemaaid gras op een hoop te laten staan en in het voorjaar te verspreiden over het land en onder te werken?


X Noot
1

Deze vragen worden gesteld naar aanleiding van het Ronde Tafelgesprek Overstromingen op 11 november 2021 in de Tweede Kamer.

Naar boven