Vragen van de leden Boswijk, Amhaouch en Van Dijk (allen CDA) aan de Minister van
Justitie en Veiligheid over de voortgang afhandeling waterschade in Limburg en Brabant
(Kamerstuk 32 698, nr. 60) (ingezonden 21 september 2021).
Vraag 1
Hoe moet artikel 8 uit de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas
in Noord-Brabant in juli 2021, over teeltplanschade bij agrarische bedrijven, worden geïnterpreteerd voor een gemengd
bedrijf? Moet de totale productie met ten minste 20% geraakt zijn, of alleen het grondgebonden
deel, of het deel van de getroffen teelt binnen het bouwplan?
Vraag 2
Hoe wordt de procedure om aanspraak te maken op de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas
in Noord-Brabant in juli 2021, zoals neergelegd in artikel 17 van de regeling, gecommuniceerd naar de verschillende
groepen gedupeerden waarop de regeling zich richt? Wat wordt gedaan om te zorgen dat
zoveel mogelijk gedupeerden worden bereikt? Welke middelen, kanalen en netwerken worden
aangewend om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen?
Vraag 3
Waar kunnen gedupeerden terecht met vragen? Bestaat hiervoor bijv. een speciaal telefoonnummer
bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)? Zo ja, kunt u dit breed onder
de aandacht brengen?
Vraag 4
Wat wordt gedaan om doorlooptijden zo kort mogelijk te houden? Zijn hierover afspraken
gemaakt met bijv. taxateurs?
Vraag 5
Welke afweging heeft u gemaakt om in de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg
en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 niet te voorzien
in omzetcompensatie, waarover u in de Kamerbrief Stand van zaken vergoeding schade
ramp Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant d.d. 13 augustus
2021 (Kamerstuk 32 698, nr. 59) schreef «het gesprek hierover te willen voeren met de regio en ondernemersvertegenwoordigers»?
Welke gesprekken hebt u gevoerd, met welke partijen, en wat was hiervan de uitkomst?
Vraag 6
Wanneer beslist het kabinet over de tegemoetkoming voor schade als gevolg van omzetderving
in het vierde kwartaal van 2021? Deelt u onze mening dat het van belang is dat hierover
zo snel mogelijk duidelijkheid komt én gecommuniceerd wordt, zodat gedupeerden weten
waar zij aan toe zijn?
Vraag 7
Wanneer is de verkenning naar een tegemoetkoming voor schadegevallen in de uiterwaarden
langs de Maas afgerond? Worden daarin ook de gebieden in Brabant ten noorden van Boxmeer
meegenomen? Kunt u nog eens toelichten in hoeverre gedupeerden buiten het schadegebied
op grond van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) maar binnen het overstromingsgebied
van een andere Nederlandse rivier dan de Maas in aanmerking zullen komen voor schadevergoeding?
Vindt u net als wij dat hierover zo snel mogelijk uitsluitsel moet worden gegeven,
zodat er duidelijkheid komt voor gedupeerden, zoals ondernemers die forse investeringsbeslissingen
moeten nemen?
Vraag 8
Is het voor gedupeerde agrarisch ondernemers binnen het Wts-schadegebied mogelijk
alvast hun gronden te bewerken zonder het recht op schadevergoeding te verliezen,
wetende dat kleigrond in de praktijk maar in een beperkt tijdsvenster bewerkt kan
worden en vóór de winter een hoofdgrondbewerking moet hebben gehad? Zo ja, hoe weten
ondernemers zich hiervan verzekerd? Zo nee, kan dit wel wanneer een erkende taxateur
het door waterschade vernietigde gewas getaxeerd heeft? Heeft dit financiële consequenties
voor de betreffende ondernemer?
Vraag 9
Acht u het verstandig om, met het oog op een eventuele aanvraag voor het EU-Solidariteitsfonds,
de totale schade aan landbouwgewassen zo snel mogelijk in beeld te hebben en hiervoor
landbouwers die buiten het Wts-gebied maar binnen het overstromingsgebied van de Maas
vallen hun schade alvast te laten opgeven bij bijv. een meldpunt, zodat een juister
en completer beeld ontstaat van de totale schade? Waarom wel/niet?
Vraag 10
In hoeverre is overwogen om de Wts ook van toepassing te verklaren op de gevolgen
van de hevige neerslag op dinsdagavond 29 juni 2021, die in gemeentes als Meerssen,
Kerkrade en Landgraaf tot ernstige wateroverlast en forse schade heeft geleid? Bent
u met deze gemeenten in gesprek?
Vraag 11
Welke maatregelen zijn denkbaar om ondernemers in de toekomst financieel weerbaarder
te maken voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals de overstromingen deze zomer,
bijv. door uitbreiding van de brede weersverzekering? Bent u bereid dit te onderzoeken?
Vraag 12
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?