Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de uitgaande handelsmissie naar Hongarije op 15–17 september 2021. (ingezonden 6 september 2021).

Vraag 1

Klopt het dat er van 15 tot en met 17 september een handelsmissie gepland is naar Boedapest? Zal er een bewindspersoon aanwezig zijn bij deze missie?

Vraag 2

Bent u zich bewust van de verscheidene aangenomen wetten die de fundamentele rechten van LHBTI-personen in Hongarije ernstig schenden? Hoe kijkt u daar tegen aan?

Vraag 3

Hoe wordt tijdens de handelsmissie aandacht besteed aan de situatie van LHBTI-personen in Hongarije?

Vraag 4

Hoe wordt deze handelsmissie ingezet om de situatie in Hongarije te verbeteren?

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven van de Hongaarse en Nederlandse bedrijven die deel zullen nemen aan deze missie? Hoe worden deze bedrijven geselecteerd?

Vraag 6

Wordt er gecontroleerd of deze bedrijven zich aan de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-richtlijnen) houden, specifiek met betrekking tot het principe van non-discriminatie en corruptie?1 Hoe wordt dit gecontroleerd?

Vraag 7

Wordt er in de selectie van de bedrijven gekeken naar de maatschappelijke impact die bedrijven hebben op de maatschappelijke positie en rechten van LHBTI-personen in Hongarije? Zo ja, hoe wordt dit meegenomen in het wel of niet deelnemen van een bedrijf aan de handelsmissie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat handel niet alleen van groot economisch belang is voor Nederland, maar ook een nuttig instrument is om positieve verandering in de wereld ter weg te brengen?

Vraag 9

Deelt u ook de mening dat het daarom belangrijk is dat er tijdens deze handelsmissie stil gestaan wordt bij de situatie van LHBTI-personen in Hongarije? Vindt u het ook onwenselijk als er Hongaarse bedrijven deelnemen aan deze missie, die zich niet aan de OESO-richtlijnen houden en bijdragen aan het verslechteren van de mensenrechtensituatie in Hongarije?

Vraag 10

Hoe zullen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de ambassade bedrijven begeleiden in het omgaan met de mensenrechtensituatie in Hongarije en het principe van non-discriminatie?

Vraag 11

Hoe zal het ministerie er zorg voor dragen dat deze handelsmissie naast handelsbevordering ook de juiste boodschap op gebied van LHBTI-rechten in Hongarije afgeeft?

Vraag 12

Kunt u toelichten welke instrumenten u tot uw beschikking heeft om ook het bedrijfsleven te activeren een bijdragen te leveren aan het verbeteren van de situatie in Hongarije, en welke instrumenten u daar reeds voor ingezet heeft?

Vraag 13

Kunt u deze vragen voor het begin van de handelsmissie beantwoorden?


X Noot
1

OESO-richtlijnen, V. Werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen, art. 1 E: «Ondernemers behoren [...] zich in hun activiteiten te laten leiden door het principe van gelijkheid van arbeidskansen en gelijke behandeling, en geen onderscheid tussen hun werknemers te maken op grond van ras, huidskleur, geslacht, godsdienst, politieke overtuiging, nationaliteit, maatschappelijke achtergrond of andere status.»

Naar boven