Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over het lobbyverbod voor oud-bewindspersonen en de overstap
van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ingezonden 3 september 2021).
Vraag 1
Kunt u – conform de beantwoording van eerdere Kamervragen1 – bevestigen dat hoewel de Regeling circulaire lobbyverbod bewindspersonen is ingetrokken,
dit lobbyverbod onverkort van kracht is ingevolge het Handboek voor bewindspersonen
en de Gedragscode Integriteit Rijk?
Vraag 2
Kunt u derhalve bevestigen dat ambtenaren van ministeries geen contact mogen hebben
met hun gewezen bewindspersoon als lobbyist in de periode van twee jaar na aftreden?
Vraag 3
Kunt u toelichten hoe het staat met de invoering van de «andere wijze waarop het lobbyverbod
aan medewerkers in de rijksdienst wordt opgelegd», zoals in de beantwoording van eerdere
Kamervragen aangekondigd?
Vraag 4
Klopt het dat de voormalig Minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Van
Nieuwenhuizen, van 15 tot 24 januari 2021 het beheer over het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat heeft gevoerd?2
Vraag 5
Betekent dit derhalve dat ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
op grond van het lobbyverbod in de twee jaar na 24 januari 2021 geen contact mogen
hebben met oud-minister Van Nieuwenhuizen als lobbyist?3
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat oud-bewindspersonen conform het huidige lobbyverbod gedurende
de zogenaamde afkoelperiode wel gewoon mogen lobbyen bij bewindspersonen? Acht u dit
wenselijk?
Vraag 7
Acht u de reikwijdte van het huidige lobbyverbod, namelijk alleen ten aanzien van
ambtenaren met «hun gewezen bewindspersoon» en niet de ambtenaren van andere ministeries
– ook niet als daarmee intensief is samengewerkt – adequaat om de onderliggende doelen
van het lobbyverbod doeltreffend te bereiken? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?
Zo nee, bent u bereid de reikwijdte verder uit te breiden?
Vraag 8
Kunt u toelichten op welke wijze handhaving van de regels uit het Handboek voor bewindspersonen,
zoals bovengenoemde, plaatsvindt en welke sancties mogelijk zijn bij niet-naleving?
Vraag 9
Acht u de huidige mogelijkheden om naleving van deze regels te waarborgen adequaat?
Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Welke vereisten ten aanzien van de besluitvorming en transparantie bestaan er voor
de secretaris-generaal als deze besluit een uitzondering op het lobbyverbod toe te
staan, zoals beschreven in het Handboek voor bewindspersonen? Bent u bereid te zorgen
dat de Tweede Kamer in zo’n geval voortaan wordt geïnformeerd?
Vraag 11
Deelt u dat er een striktere, zo nodig wettelijke regeling moet komen voor de lobby
door oud-bewindspersonen? Zo ja, welke elementen moeten daar volgens u onderdeel van
uitmaken?
Vraag 12
Kunt u toelichten waarom het huidig lobbyverbod uit de Gedragscode integriteit Rijk
(inclusief de mogelijkheid tot sanctionering) uitsluitend via de «ambtelijke weg»
loopt en niet op de oud-bewindspersonen gericht is? Vindt u dat wenselijk? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid te onderzoeken op welke wijze het lobbyverbod en de naleving daarvan
ook via de route van de oud-bewindspersoon juridisch verankerd zou kunnen worden en
de Kamer hierover te informeren?
Vraag 14
Kunt u uiteenzetten hoe de Europese Commissie en andere EU-lidstaten met striktere
regelgeving omtrent de lobby door oud-bewindspersonen deze hebben vormgegeven?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3559. Vraag 8, p. 4.
X Noot
2Koninklijk besluit nr. 4181627; koninklijk besluit nr. 3752771.