Vragen van de leden Amhaouch en Geurts (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de export van giftige benzine (ingezonden 30 juni 2021).

Vraag 1

Bent u bekent met het artikel «Laatste waarschuwing aan oliebedrijven: stop met export giftige benzine»?1

Vraag 2

Kent u het onderzoek van TNO waarin wordt bevestigd dat Nederlandse oliebedrijven milieuvervuilende en kankerverwekkende benzine exporteren naar arme landen?

Vraag 3

Kunt u aangeven wanneer deze constatering dat Nederlandse bedrijven giftige benzine exporteren naar arme landen eerder is vastgesteld? Sinds wanneer speelt deze casus?

Vraag 4

Kunt u aangeven of deze bedrijven op deze aantijgingen hebben gereageerd? Zo ja, hoe reageren de betrokken bedrijven op dit niet zijnde «maatschappelijk verantwoordt ondernemen»? Past deze handelwijze in hun missie, visie en/of strategie?

Vraag 5

Heeft de overheid stappen ondernomen tegen deze bedrijven of hen anderszins aangesproken op deze praktijken? Is de overheid daartoe bevoegd?

Vraag 6

Kunnen deze exporten van giftige benzine per direct worden stilgelegd tegen bepaalde dwangsommen? Zo ja, wordt dit toegepast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel meer giftig en schadelijk deze brandstof is ten opzichte van de brandstof die gebruikt wordt in Europa?

Vraag 8

Kunt u aangeven welke juridische handvatten de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) nu ook zegt te hebben om bedrijven aan te pakken, welke eerder blijkbaar niet toereikend waren, aangezien de ILT de bedrijven al jaren waarschuwt dat ze moeten stoppen?

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat de juridische grond waarop de ILT zich beroept (een onderdeel uit de Nederlandse Wet Milieubeheer) er nu wel is?

Vraag 10

Kunt u aangeven in welke landen deze giftige benzine is geleverd?

Vraag 11

Betreft dat ook landen in de focusregio’s van het beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot ontwikkelingsdoelen die wij onszelf hebben gesteld?

Vraag 12

Kunt u aangeven welke vormen van procedures de bedrijven hebben om een eventuele claim van ILT aan te vechten?

Vraag 13

Kunt u aangeven of het ook andere Europese bedrijven betreft?

Vraag 14

Kunt u aangeven in hoeverre deze casus ook betrekking heeft op Europese wet- en regelgeving?

Vraag 15

Is de Europese Commissie hier van op de hoogte en gerechtigd stappen te ondernemen tegen deze bedrijven?

Vraag 16

Kunt u aangeven in hoeverre bedrijven van buiten Europa eveneens voor de binnenmarkt afgekeurde brandstof dumpen in armere landen?

Vraag 17

Wijken betreffende milieuregels ook af in middeninkomens- of westerse landen?

Vraag 18

Kunt u nagaan of de landen waar de brandstof is gedumpt hier bezwaar tegen hebben aangetekend?

Vraag 19

Zijn de ontvangende landen geïnformeerd door Nederlandse autoriteiten over de export van vervuilde brandstoffen? Zo ja, wat zijn de reacties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 20

Wat wordt er aan gedaan en welke gesprekken zijn er gaande om ook andere landen in de wereld er toe aan te zetten om alleen «schone» brandstof toe te laten?

Vraag 21

Wat vindt u een redelijke reactie van de bedrijven op deze aantijgingen?


X Noot
1

NOS, 24 juni 2021, «Laatste waarschuwing aan oliebedrijven: stop met export giftige benzine», https://nos.nl/artikel/2386386-laatste-waarschuwing-aan-oliebedrijven-stop-met-export-giftige-benzine

Naar boven