Vragen van de leden Ellian (VVD), Van Nispen (SP) en Kathmann (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het terughalen van ontvoerde kinderen (ingezonden 16 juni 2021).

Vraag 1

In hoeverre herkent u het probleem dat de samenwerking tussen landen, specifiek de centrale autoriteiten, bij internationale kinderontvoering niet altijd adequaat en voortvarend verloopt?

Vraag 2

Bent u bereid kennis te nemen van de casus van de heer De K. wiens dochter naar Thailand is ontvoerd?1

Vraag 3

Komt het vaker voor dat de weigering in het andere land om tijdig een besluit te nemen er toe leidt dat helemaal geen beslissing kan worden genomen?

Vraag 4

Wat vindt u redelijke en voortvarende termijnen waarbinnen centrale autoriteiten in ander landen beslissingen zouden moeten nemen, gelet ook op het uitgangspunt van voortvarendheid in het Haagse Kinderontvoeringsverdrag?

Vraag 5

In hoeverre herkent u het risico dat bij gebrek aan voortvarendheid in andere landen, de tijd dermate verstrijkt dat door de centrale autoriteit in een ander land geoordeeld wordt dat teruggeleiding naar Nederland niet meer in het belang van het kind is?

Vraag 6

Welke mogelijkheden ziet u in algemene zin om bij kinderontvoering het teruggeleiden van het kind naar Nederland te bespoedigen?

Vraag 7

Welke mogelijkheden zijn er om in een concreet geval, zoals nu met Thailand, actie te ondernemen? Bent u bereid actie te ondernemen?


X Noot
1

Informatie onderhands doorgestuurd aan bewindspersoon

Naar boven