Vragen van de leden Van Raan (PvdD) en Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de herkomst van biomassa (ingezonden 8 juni 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het rapport van het toonaangevende Europese Joint Research Centre genaamd «The Use of Woody biomass for energy production in the EU»?1

Vraag 2

Deelt u de conclusie dat het zorgelijk is dat van 20 procent van de in de EU gebruikte houtachtige biomassa er geen bron bekend is?

Vraag 3

Deelt u de conclusie dat de biomassa die in Nederland gebruikt wordt alleen biomassa mag zijn die op korte termijn klimaatwinst oplevert en een neutraal of positief effect heeft op biodiversiteit (biomassa afkomstig uit scenario 5 van de 24 beschouwde productiescenario’s)? Zo ja, hoe wordt dit in Nederland gegarandeerd? Zo nee, waarom vindt u dit niet nodig?

Vraag 4

Bent u op de hoogte van de nieuwe CE Delft jaarrapportage over de in 2020 toegepaste biomassa voor de Nederlandse bij- en meestook in het kader van het Convenant Biomassa?2

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat 92 procent van de ingezette biomassa in categorie 5 hoort, die met name bestaat uit zaagsel uit de houtverwerkende industrie, en waarvoor volgens de Minister beperkte duurzaamheidscriteria gelden?3

Vraag 6

Deelt u de conclusie dat met deze beperkte set duurzaamheidscriteria niet de conclusie getrokken kan worden dat de biomassa uit categorie 5 afkomstig is uit duurzame productie, zoals gesteld voor categorie 1 en 2 biomassa?

Vraag 7

Weet u welke hoeveelheden van dit zaagsel uit welke landen afkomstig zijn? Kunt u inzicht geven in de herkomstgebieden van dit zaagsel, uitgesplitst naar land en regio, en daarbij analyseren in hoeverre er sprake is van toenemende houtkap of houtoogst in de desbetreffende gebieden?

Vraag 8

Als er een sterke correlatie is tussen toename van productie van houtpellets voor, onder andere, de Nederlandse markt en een toenemende houtoogst, bent u dan bereid te onderzoeken hoe dit risico zou kunnen worden gemitigeerd?

Vraag 9

Kunt u garanderen dat de duurzaamheidscriteria, die niet getoetst worden op effectiviteit maar door onafhankelijke CBI’s alleen op de vraag «is er aan voldaan?», ook effectief zijn en dus voldoende om duurzaamheidsrisico’s te mitigeren?4 Op basis waarvan kunt u dat garanderen?

Vraag 10

Kunt u aantonen dat middels certificering categorie 1 en 2 biomassa daadwerkelijk biodiversiteit beschermt en zorgt voor klimaatwinst?

Vraag 11

Zo nee, hoe kan dan met zekerheid gesteld worden dat de Nederlandse inzet van categorie 1 en 2 biomassa niet bijdraagt aan duurzaamheidsproblemen?

Vraag 12

Kunt u bevestigen dat de Minister van EZK de herkomst en certificering van de biomassa onder bedrijfsgevoelige informatie schaart?5 Zo ja, klopt dan de conclusie dat u geen zicht heeft op de herkomst van de biomassa, de duurzaamheid van de biomassa en de effectiviteit van de biomassacriteria? Zo niet, waarom niet?

Vraag 13

Erkent u dat het voor de boseigenaar economisch aantrekkelijk kan zijn om hele bomen weg te halen die nog tot pellets verwerkt kunnen worden, maar niet geschikt zijn voor hoogwaardige producten?6

Vraag 14

Erkent u dat dit ertoe kan leiden dat voor ecologie hoogwaardige bomen hierdoor gekapt worden die anders waren blijven staan?

Vraag 15

Erkent u dat dit debusiness case van houtproductie versterkt in gebieden die eerder onrendabel waren en waarin houtkap nu wel rendabel is?

Vraag 16

Kunt u inzicht geven in hoeverre de business case van nieuwe en meer houtkap beter wordt, doordat de vraag naar diverse producten zoals zaagsel en «niet hoogwaardige bomen" groter wordt?

Vraag 17

Bent u bekend met het onderzoek «Dutch Wood Pellet Imports. Is Dutch Biomass Burning Contributing to Forest Loss in Baltic States?»7

Vraag 18

Erkent u dat het rapport nadere en meer actuele feiten en inzichten produceert ten aanzien van (1) de toename houtkap in de Baltische landen, (2) de afzwakking van de wetgeving voor kap in beschermde gebieden die dan weer verband houdt met deze houtkap, (3) het aandeel van de extra houtproductie dat is gebruikt voor extra productie van houtpellets, (4) de stijgende export van deze houtpellets en (5) het aandeel van Nederland als één van de belangrijke afnemers van deze houtpellets?

Vraag 19

Deelt u de zorg die in het rapport wordt uitgesproken dat de toegenomen vraag naar en productie van houtpellets in de Baltische landen lijkt bij te dragen aan problematische houtkap in de Baltische landen?8 Zo nee, kunt u uitleggen hoe de Nederlandse massale afname van biomassa niet zou bijdragen aan een versterktebusiness case? Zo ja, wat bent u voornemens hieraan te doen?

Vraag 20

Kunt u aangeven van welke percelen de biomassa afkomstig is, conform de afspraken tussen kolenbedrijven en NGOs in hun convenant9 dat duurzaam bosbeheer op perceelniveau door middel van een certificaat moet worden aangetoond? Zo nee, waarom niet?

Vraag 21

Kunt u de certificaten overleggen, eventueel met weglating van wellicht bedrijfsgevoelige informatie op een dergelijk certificaat, zodat wel inzichtelijk is van welk perceel de biomassa afkomstig is? Zo nee, waarom niet?


X Noot
3

Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de duurzaamheid van houtige biomassa | Tweede Kamer der Staten-Generaal

X Noot
4

De Minister gaf als antwoord op de Kamervragen van de PvdD van 14 december 2020 aan dat het voldoen aan criteria wordt getoetst door onafhankelijke CBI’s. Dit geeft echter geen garantie op de effectiviteit van de criteria. Met andere woorden er wordt niet geborgd dat de criteria die zijn opgesteld ook voldoende zijn om duurzaamheidsrisico’s te mitigeren. (Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de duurzaamheid van houtige biomassa | Tweede Kamer der Staten-Generaal)

X Noot
5

De Minister gaf aan als antwoord op eerdere Kamervragen van de Partij voor de Dieren [Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de duurzaamheid van houtige biomassa | Tweede Kamer der Staten-Generaal] dat het feit dat derden geen toegang krijgen tot bedrijfsgevoelige informatie niet betekent dat de keten niet transparant is. De Minister schaart de herkomst en certificering van de biomassa onder bedrijfsgevoelige informatie.

X Noot
6

De Minister geeft als antwoord op eerdere Kamervragen aan dat soms hele bomen worden gekapt die tot pellets worden verwerkt.

X Noot
8

«The increasing forest loss rates in the Baltic region in combination with growing exports of woody biomass products raise concerns whether Dutch wood pellet imports play a contributing role to forest and biodiversity loss in Estonia and neighbouring countries – be it directly through imports, or indirectly as the high demand from other export markets as well as expected increasing consumption in domestic markets increase the pressure on forests»

X Noot
9

De afspraken over deze bijstook van biomassa in kolencentrales komt uit het energieakkoord en het latere convenant dat kolenbedrijven en NGOs met elkaar hebben gesloten. Enkel biomassa uit duurzaam beheerde bossen mag worden gebruikt waarbij gerefereerd wordt aan het keurmerk FSC. Een essentieel element van het keurmerk FSC is dat duurzaam bosbeheer op perceelniveau door middel van een certificaat moet worden aangetoond.

Naar boven