Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de vragen over het feit dat mevrouw Bunschoten met drie kinderen door corporatie Dudok feitelijk op straat wordt gezet. (ingezonden 7 juni 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden op mijn vragen over het feit dat mevrouw Bunschoten met drie kinderen door corporatie Dudok feitelijk op straat wordt gezet?1

Vraag 2

Wilt u antwoord geven op de vraag of u de mening deelt dat bij een ingrijpende gebeurtenis als een scheiding mag worden verwacht dat corporaties de menselijke maat hanteren?

Vraag 3

Wilt u antwoord geven op de vraag of u de mening deelt dat een gescheiden moeder met drie kinderen geen urgentie voor een sociale huurwoning geven in geen enkel geval een menselijke maat is?

Vraag 4

Kent u de huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019?2

Vraag 5

Is het waar dat volgens artikel 1.7 van de huisvestingsverordening corporatie Dudok jaarlijks maximaal 2% van de aangewezen woningen die vrij gemeld worden, kan inzetten om woonproblematiek van huurders op te lossen?

Vraag 6

Bent u alsnog bereid zo snel mogelijk met corporatie Dudok in gesprek te gaan en aan te dringen op een oplossing op basis van artikel 1.7?

Vraag 7

Bent u alsnog bereid om naast VNG, zoals toegezegd in het Commissiedebat Wonen & Corona, ook met Aedes afspraken te maken over het geven van urgentie voor een sociale huurwoning aan gescheiden ouders?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3006

Naar boven