Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht
dat meer dan 50 landen seksuele misstanden binnen de WHO melden (ingezonden 3 juni
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Meer dan vijftig landen slaan alarm om berichten seksueel
geweld WHO»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat 53 landen in een verklaring hun bezorgdheid hebben geuit over
seksueel misbruik door hulpverleners van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO)?
Vraag 3
Kunt u genoemde verklaring delen met de Kamer?
Vraag 4
Wat hebben deze 53 landen die de verklaring hebben ondertekend zelf ondernomen om
de misstanden aan te pakken?
Vraag 5
Is Nederland één van de landen die deze verklaring heeft ondertekend? Zo ja, op basis
van welke bevindingen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Is het ondertekenen van de verklaring door de EU besproken in een van de Raden Buitenlandse
Zaken Ontwikkelingssamenwerking? En is de Kamer op enig moment geïnformeerd over deze
participatie van de EU in genoemde verklaring?
Vraag 7
Op basis van welke bevindingen heeft de EU besloten deze verklaring te ondertekenen?
Vraag 8
Was u sinds oktober op de hoogte van het instellen van een onafhankelijke onderzoekscommissie
door de WHO, die opzoek moet naar feiten, slachtoffers en dader? En kunt u aangeven
wie deze onafhankelijke onderzoekscommissie vormen?
Vraag 9
Bent u bereid de resultaten van deze onderzoekscommissie te voorzien van een appreciatie
en met de Kamer te delen zodra deze beschikbaar zijn?
Vraag 10
Kunt u aangeven welke acties de WHO heeft ondernomen sinds de aantijgingen, aangezien
WHO-baas Tedros Adhanom Ghebreyesus beweert de aantijgingen serieus te nemen?
Vraag 11
Kunt u achterhalen of de WHO medewerkers op non-actief heeft gesteld?
Vraag 12
Kunt u het onderzoek van The New Humanitarian en Thomson Reuters Foundations met de
Kamer delen, waarin meer dan vijftig vrouwen in Congo hebben verklaard dat mannelijke
hulpverleners, die daar waren voor de bestrijding van het ebolavirus, hun werk aanboden
in ruil voor seks?
Vraag 13
Wanneer is dit onderzoek van The New Humanitarian en Thomson Reuters Foundation gepresenteerd?
En wat heeft Nederland daarmee gedaan?
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat ook medewerkers van de Internationale Organisatie voor Migratie
(IOM) en Unicef zich schuldig zouden hebben gemaakt aan seksuele misstanden?
Vraag 15
Kunt u hierover bij IOM en Unicef nadere informatie opvragen en met de Kamer delen?
Vraag 16
Kunt u daarbij ook ingaan op welke acties er ondernomen zijn door genoemde organisatie?
Vraag 17
Welke stappen heeft de internationale hulpverleningswereld volgens u nu werkelijk
gezet sinds 2018? Hebben organisaties als de WHO, IOM en Unicef zich gecommitteerd
aan VN-initiatieven om seksueel misbruik door hulpverleners te voorkomen?
Vraag 18
Hoeveel middelen heeft Nederland in 2020 bijgedragen aan de WHO? En kunt u aangeven
waar deze bedragen gealloceerd zijn?
Vraag 19
Welke consequenties heeft deze verklaring voor onze relatie met de WHO? Welke eis
stelt Nederland aan de WHO-autoriteiten hoe hier mee om te gaan?
Vraag 20
Kunt u nagaan of Nederlandse middelen bij de projecten waar misstanden zijn geconstateerd
zijn uitgegeven?
Vraag 21
Kunt u nagaan of er hulpverleners met de Nederlandse nationaliteit zijn betrokken
bij de misstanden bij de WHO, IOM of Unicef?
Vraag 22
Hoe staat het met de mogelijkheid internationale vervolging van hulpverleners die
verdacht worden van seksueel misbruik?
Vraag 23
Bent u nu wel bereid om de Kamer middels een aparte uitgebreide brief over de voortgang
van de internationale agenda van de bestrijding van seksueel misbruik door hulpverleners
te informeren?
Vraag 24
Kunt u aangeven hoe u de bestrijding van seksuele misstanden door hulpverleners opnieuw
gaat agenderen in internationale gremia?
Vraag 25
Kunt u deze vragen voor het commissiedebat Noodhulp d.d. 10 juni 2021 beantwoorden?