Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Financiën over negatieve spaarrente (ingezonden 3 mei 2021).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel Beleggersvoorman Paul Koster: «Wettelijk verbod op negatieve spaarrente» in de Telegraaf van 29 april 2021?1

Vraag 2

Ziet u het risico dat mensen massaal hun geld van de bank halen als de rente op hun spaargeld negatief wordt?

Vraag 3

Ziet u dat, als dit gebeurt, de financiële stabiliteit van ons bancaire stelsel nog verder onder druk komt te staan?

Vraag 4

Kunt u aangeven of u voor een verbod op negatieve rente bent, zoals in België het geval is? Zo nee, wilt u overwegen dan tenminste een verbod uit te vaardigen voor tegoeden lager dan honderdduizend euro?

Vraag 5

Bent u niet bang dat Nederlanders massaal hun geld over de grens gaan brengen als de negatieve rente zich doorzet op lagere hoofdsommen?

Vraag 6

Kunt u aangeven of de betaalde negatieve rente aftrekbaar is voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting?

Vraag 7

Realiseert u zich dat de kunstmatig langdurig lage rente spaarders noopt tot het nemen van hogere beleggingsrisico’s?

Vraag 8

Deelt u de mening dat onze omvangrijke pensioensector door de langdurig lage rente hetzelfde risico loopt, nl. beleggen in risicovolle producten? Heeft u een plan om de reeds zwaar getroffen pensionado's te compenseren hiervoor?

Vraag 9

Wat is eigenlijk de logica van negatieve rente, gelet op het feit dat spaarders hun geld aan de bank geven, en dus een vordering op de bank hebben, hetgeen niet zonder risico is omdat banken kunnen omvallen? Kunt u uitleggen waarom de spaarder moet worden gestraft voor een risico dat hij loopt? Is dat niet de omgekeerde wereld?

Naar boven