Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport
van Human Rights Watch aangaande misdaden tegen de menselijkheid door Israël (ingezonden
30 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van Human Rights Watch, getiteld: «A Threshold Crossed:
Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de constatering in het rapport dat Israël zich schuldig maakt
aan misdaden tegen de menselijkheid, specifiek: apartheid (artikel 7.1j van het Statuut
van Rome inzake het Internationaal Strafhof) en vervolging van een identificeerbare
groep (artikel 7.1h van het voornoemde Statuut)?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de conclusie in het rapport dat de Israëlische autoriteiten Joodse
Israëliërs een «superieure status» onder de wet heeft toebedeeld ten opzichte van
Palestijnen wanneer het aankomt op burgerrechten, toegang tot land, bewegingsvrijheid
en de vrijheid om te bouwen of het verlenen verblijfsrecht aan naaste familieleden
in Palestina?
Vraag 4
Wat is uw mening inzake het feit dat Israël in bezet Palestina aparte wetgeving hanteert
voor Palestijnen (Palestijnen vallen niet onder het civiele recht, maar onder het
militaire recht) en dat Palestijnen niet dezelfde rechten hebben als de bewoners van
nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever?
Vraag 5
Erkent u dat er sprake is van systematische onderdrukking en institutionele discriminatie,
zoals het rapport van de Human Rights Watch het beschrijft, door Israël tegen Palestijnen?
Vraag 6
Wat vindt u van de reactie van de Israëlische regering op dit rapport, waarin zij
de misdaden tegen de menselijkheid afdoet met de bewering dat de mensenrechtenorganisatie
«het bestaansrecht» van Israël zou «ondermijnen»?
Vraag 7
Is Nederland voornemens om de aanbevelingen van Human Rights Watch over te nemen?
Kunt u dit per (op Nederland van toepassing zijnde) aanbeveling aangeven en daarbij
aangeven waarom wel of waarom niet?
Vraag 8
Welke verdere verantwoordelijkheid ziet u voor Nederland in de aanbeveling van Human
Rights Watch om «activiteiten te staken die direct bijdragen aan de misdaden tegen
de menselijkheid van apartheid en vervolging en [ook] het verstrekken van goederen
en diensten te staken die waarschijnlijk bijdragen aan deze misdaden in lijn met de
VN Principes voor Bedrijfsleven en Mensenrechten om betrokkenheid in serieuze schendingen
van rechten te voorkomen»?
Vraag 9
Welke invloed heeft het huidige Nederlandse ontmoedigingsbeleid voor bedrijven die
activiteiten in of voor nederzettingen willen ontplooien op (de uitbreiding van) nederzettingen
in bezet Palestijns gebied?
Vraag 10
Deelt u de mening dat met het huidige ontmoedigingsbeleid Nederland haar verantwoordelijkheid
ontloopt om op te treden tegen misdaden tegen de menselijkheid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid om het ontmoedigingsbeleid aan te passen naar een verbod op handel(sbetrekkingen)
met, investeringen in, en producten uit bezette gebieden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
In het licht van dit rapport, wilt u zich inzetten voor de periodieke update van de
VN-zwarte lijst van bedrijven, ook wel lijst van het Bureau van de Hoge Commissaris
voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid om wettelijk vast te leggen dat een plek op de VN-zwarte lijst van bedrijven
een uitsluitingsgrond vormt bij aanbestedingen door het Rijk en provinciale en lokale
overheden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Nederland heeft miljoenencontracten gesloten met het Israëlische wapenbedrijf Elbit,
dat wapens en technieken verkoopt als «battle proven», nadat deze tegen Palestijnen
gebruikt zijn. Wat betekenen de conclusies in het rapport voor de contracten met dit
bedrijf?
Vraag 15
Wat betekenen de conclusies van dit rapport voor de Nederlandse houding ten opzichte
van het Europese Associatieverdrag met Israël?
Vraag 16
Is Nederland bereid om op Europees niveau te pleiten voor het opbreken van dit verdrag?
Waarom wel of waarom niet?