Vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven» (ingezonden 28 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven?»1

Vraag 2

Bent u het met de mening eens dat elke vorm van corruptie in de binnen- en zeevaart volstrekt ontoelaatbaar is en dat het grondig aangepakt dient te worden?

Vraag 3

Klopt de bevinding van de Zeehavenpolitie dat de corruptie in de Nederlandse havens zich niet langer beperkt tot de douane? Deelt u het beeld dat uit het NRC-artikel naar voren komt dat corruptie in de Rotterdamse haven wijdverspreid is? Zo ja, op basis van welke analyse onderschrijft u dit beeld en kunt u deze tevens delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Welke acties neemt u om ondermijning in deze sector aan te pakken, en hoe werkt u hierin samen met partners als de Rotterdamse haven en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders?

Vraag 5

Kunt u aangeven waaruit de huidige aanpak van corruptie in de Nederlandse havens bestaat, wat het specifieke beleid van de Nederlandse rederijen is ten aanzien van het opsporen en aanpakken van corruptie en hoe de samenwerking tussen de Zeehavenpolitie en de Havenmeester eruit ziet?

Vraag 6

Is bij u bekend wat rederijen doen om de (in het artikel genoemde) «drop off»-methode te voorkomen? Hoe werken zij hierbij samen met de Nederlandse autoriteiten? Welke mogelijkheden ziet u voor de rederijen om de aanpak van drugshandel te verbeteren en welke stappen worden momenteel daartoe genomen? Op welke wijze kan worden gehandeld richting rederijen die niet actief optreden tegen drugsmokkel en daarin, al dan niet bewust, faciliterend optreden? Kunt u daarbij zowel ingaan om de «drop off»-methode, als op andere smokkelmethodes?

Vraag 7

Welke sancties en interventies zijn mogelijk indien rederijen die Nederlandse havens aandoen niet actief een zerotolerancebeleid voeren tegen drugsmokkel? Hoe vaak zijn deze sancties ingezet en hoe effectief zijn deze?

Vraag 8

Onder de huidige (privacy-)regelingen is het niet altijd mogelijk om relevante informatie voor de aanpak van georganiseerde misdaad te delen tussen publieke en private partners; op welke wijze wordt getracht dit concrete probleem aan te pakken en is het mogelijk binnen de havens in samenwerkingsverbanden het bestrijden van corruptie en het delen van informatie mogelijk te maken onder de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden?

Vraag 9

Voor private partners in de logistieke keten is het in de huidige situatie niet mogelijk om een screening te eisen van derden die tijdelijk, kortdurend toegang moeten verkrijgen tot hun terreinen, zoals bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs of contractors; bent u bereid om, met de logistieke keten samen, te bezien hoe een ketenbrede screening of diepgaande registratie van betrokkenen haalbaar is? Zo ja, kunt u de Kamer voor het zomerreces informeren over de uitkomst van deze gesprekken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Op welke onderdelen kan de gezamenlijke, Europese aanpak van drugssmokkel langs de zeehavens geïntensiveerd worden? Welke stappen worden daartoe genomen?

Vraag 11

Kunt u aangeven op welke wijze momenteel, concreet, samengewerkt wordt met havens in Zuid-Amerika om drugssmokkel tegen te gaan, gezien het feit dat de drugs die in de Rotterdamse haven worden gevonden, vaak afkomstig zijn uit Zuid-Amerikaanse landen? Zijn op sleutelplekken, zoals Cartagena in Columbia, inmiddels Nederlandse politiemensen of douaniers aanwezig die ter plekke kunnen samenwerken met de lokale autoriteiten om drugshandel tegen te gaan?

Vraag 12

Deelt u het beeld van een HARC-team dat de explosieve groei van drugssmokkel niet bij kan benen? Erkent u de capaciteitsproblemen waar hier tegenaan gelopen wordt? Welke acties gaat u ondernemen om dit team in staat te stellen hun taak effectief te vervullen?

Vraag 13

In de zomer van 2019 kwamen onderzoekers van de Erasmus Universiteit tot de conclusie dat opsporingsdiensten vooral inzetten op het onderscheppen van drugsladingen, waarbij vervolgonderzoek uitblijft, dat douane, politie en de FIOD niet voldoende informatie delen en dat de opsporingsdiensten niet genoeg inzage hebben hoe criminele organisaties opereren; wat is sindsdien met de conclusies uit dit onderzoek gebeurd en welke concrete maatregelen heeft u genomen?

Vraag 14

Kunt u aangeven wat de politieorganisatie nodig heeft om deze corruptie nog effectiever aan te pakken en welke acties ondernomen worden om dit te realiseren?

Vraag 15

Op welke wijze zal de Wet Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit infiltratie van drugscriminelen in rederijen tegen kunnen gaan?

Vraag 16

Kunt u deze vragen, gezien de urgentie van een effectieve aanpak van drugscriminelen, uiterlijk binnen de gestelde termijn beantwoorden?


X Noot
1

NRC, 26 april 2021, «Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven», https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/25/criminelen-infiltreren-in-rederijen-a4041291

Naar boven