Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Morocco: Release Omar Radi and Guarantee Fair Trial Proceedings» (ingezonden 19 april 2021).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de oproep van mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International voor de vrijlating van de Marokkaanse journalist Omar Radi?1

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat de heer Radi een hongerstaking is begonnen om daarmee te protesteren tegen onterechte detentie? Zo nee, bent u bereid informatie hierover in te winnen? Zo ja, wat is op dit moment bij u bekend over de medische toestand van de heer Radi?

Vraag 3

Beschikt u sinds de beantwoording van de kamervragen van het voormalige lid Karabalut (SP) over meer informatie over deze zaak, inclusief over de mogelijk valse beschuldigingen van buitenlandse spionage en verkrachting?2 Zo nee, op welke termijn denkt u over meer informatie te beschikken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de zorgen van mensenrechtenorganisaties dat de journalist, die vorig jaar op 29 juli is opgepakt en zich nog altijd in voorarrest bevindt, geen toegang heeft tot een eerlijk proces en mogelijk vastzit vanwege zijn publicaties over corruptie en de onderdrukking in het Rif-gebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie onderneemt u hierop?

Vraag 5

Deelt u de mening dat gezien de medische toestand van de heer Radi en de oneerlijke gang van zaken in deze rechtszaak tot nu toe, het niet volstaat om te wachten tot een oordeel van de Marokkaanse autoriteiten zoals u in augustus jl. van plan was? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om op korte termijn, al dan niet in Europees verband, uw zorgen bij de Marokkaanse autoriteiten kenbaar te maken en aan te dringen op een eerlijk proces?


X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3870.

Naar boven