Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Enquête: Extra lerarengeld is niet op de juiste plek beland» (ingezonden 14 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Extra lerarengeld is niet op juiste plek beland»?1

Vraag 2

Hoe weegt u het bericht dat leraren geen idee schijnen te hebben hoe de extra 150 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs is besteed?

Vraag 3

Betrekt u bij uw antwoord de expliciete uitspraak van uzelf dat het, net zoals bij de besteding van de werkdrukmiddelen, de bedoeling was leerkrachten nauw te betrekken en dit ook een uitdrukkelijke wens van de Kamer was, omdat juist de mensen op de werkvloer zelf het beste weten hoe de middelen het meest effectief kunnen worden ingezet en voor de meeste werkdrukverlichting kan zorgen?

Vraag 4

Wat is de reden dat het betrekken van lerarenteams en de medezeggenschapsraad desondanks niet is gebeurd door de meeste scholen?

Vraag 5

Heeft u op dit punt ook al eerder contact opgenomen met besturen en/of sectorraden om vinger aan de pols te houden bij betrekken van de lerarenteams en de medezeggenschapsraad bij de besteding van de middelen? Zo ja, op welke wijze en zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid om het gesprek aan te gaan met schoolbesturen via de sectorraden om hen op betrokkenheid van de lerarenteams en medezeggenschapsraad te wijzen en desnoods afspraken met het onderwijsveld hierover te maken?

Vraag 7

Heeft u zelf enig idee hoe deze middelen zijn besteed en tot welke effecten dit heeft geleid? En kunt u de Kamer een overzicht doen toekomen van zowel de besteding als de effectiviteit?

Vraag 8

Herkent u de berichten dat met deze middelen externe partijen worden ingehuurd om met behulp van studenten bijles en examentraining te geven?

Vraag 9

Deelt u de mening dat, alhoewel scholen de vrije keuze hierin hebben, het niet de bedoeling kan zijn dat het primaire proces met externe middelen wordt uitbesteed aan commerciële partners?

Vraag 10

Hoe denkt u te voorkomen dat dit niet alleen met deze middelen gebeurt, maar ook met de middelen van het Nationaal Programma Onderwijs?

Vraag 11

Kunt u zich voorstellen dat er uit de kelen van commerciële bureaus een nauwelijks verholen kreet van vreugde opsteeg toen bekend werd dat de overheid miljarden extra middelen vrij zou maken voor het onderwijs?

Vraag 12

Welke lessen trekt u uit de besteding van deze 150 miljoen euro zodat voorkomen kan worden dat ook de miljarden van het Nationaal Programma Onderwijs in «een zwart gat» zullen verdwijnen en leraren niet alleen niet weten wat ermee is gebeurd, maar er wederom ook niet bij zijn betrokken?

Vraag 13

Bent u bereid om hierover op korte termijn het gesprek aan te gaan met de sectorraden en duidelijke afspraken te maken over hoe besturen lerarenteams en medezeggenschapsraad te betrekken bij de keuze voor de besteding van de middelen en besturen zich hierover te laten verantwoorden in het jaarverslag?

Vraag 14

Bent u tevens bereid om op dit punt de Inspectie van het Onderwijs een rol te geven bij het monitoren van het versterken van de betrokkenheid van lerarenteams en de medezeggenschapsraad door de besturen?


X Noot
1

AD, 13 april 2021, Enquête: Extra lerarengeld is niet op de juiste plek beland, (www.ad.nl/binnenland/enquete-extra-lerarengeld-is-niet-op-de-juiste-plek-beland~ab81f705/).

Naar boven