Vragen van de leden Gijs van Dijk en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over het artikel «Tozo-uitkering
is halve sigaar uit eigen doos» (ingezonden 9 april 2021).
Vraag 1
In uw antwoord aangaande de kinderalimentatie stelt u dat de «partner- en kinderalimentatie
.... ook bij het inkomen [behoren]», hoe verhoudt dit zich met artikel 31, lid 2a
(Participatiewet) waarin wordt gesteld dat «middelen die [de belanghebbende] ontvangt
ten behoeve van het levensonderhoud van een niet in de bijstand begrepen persoon»
niet tot de middelen (de bijstand) worden gerekend?
Vraag 2
Deelt u de mening dat middelen die bedoeld zijn voor kinderen, die geen gebruik kunnen
maken van de bijstand, om die reden onder de definitie «niet in de bijstand begrepen
persoon» zouden behoren te vallen? Zo nee, wie valt er dan volgens u onder de definitie
«niet in de bijstand begrepen persoon»?
Vraag 3
Klopt het verder dat kinderalimentatie in de Wet inkomstenbelasting 2001, art. 101.1b
niet als inkomen wordt gezien? Zo ja, kunt u dan uitleggen waarom kinderalimentatie
dan wel als inkomen wordt gezien in de Participatiewet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat kinderalimentatie bedoeld is om eten, kleren en speelgoed voor
kinderen te kopen en niet als inkomen gezien te worden?
Vraag 5
Bent u bereid deze onrechtvaardigheid te schrappen, zodat alleenstaande ouders hun
kinderen de zorg kunnen geven die kinderen nodig hebben?
Vraag 6
Kunt u aangeven waarom artikel 56 van de Participatiewet nog niet in werking is getreden?
Bent u bereid om dit artikel, zeker vanwege de coronacrisis waarin het voor alleenstaande
ouders enorm lastig is om rond te kunnen te komen, in werking te laten treden?
Vraag 7
Daarnaast stelt u in uw antwoord dat de Tozo-uitkering «een gezinsuitkering is die
door beide partners wordt aangevraagd. Daardoor telt de uitkering mee bij het inkomen
van de partner en ontvangen beide partners voor de helft van de verstrekte gezinsuitkering
een jaaropgave», op basis van welke fiscale regelgeving is dit gebaseerd?
Vraag 8
Klopt het dat de Tozo-uitkering, op basis van de «Rekenregels en handleiding loonheffingen
over bijstandsuitkeringen» op individueel niveau wordt verstrekt en dus geen gezinsuitkering
is?
Vraag 9
Klopt het dat de naheffing bij zelfstandigen die gebruik hebben gemaakt van de Tozo-uitkering
niet is gebaseerd op een wettelijke bepaling, maar op basis van beleidsregel 3.1 uit
de «Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen»?
Vraag 10
Deelt u de mening dat deze beleidsregel geen wettelijk basis biedt en als deze beleidsregel
nadelige gevolgen geeft voor een individu deze beleidsregel juridisch aan te vechten
is?
Vraag 11
Klopt het dat de Tozo-uitkering, op basis van artikel 45 in de Participatiewet, per
kalendermaand wordt vastgesteld en betaald?
Vraag 12
Zo ja, klopt het dan ook dat de naheffing van de Belastingdienst er feitelijk op neerkomt
dat de Tozo-uitkering met terugwerkende kracht wordt aangepast terwijl deze uitkering
juist per kalendermaand al is vastgesteld?
Vraag 13
Wordt door de naheffing van de Belastingdienst artikel 45 van de Participatiewet geschonden?
Zo ja, deelt u de mening dat er dan een wettelijke basis dient te zijn om toch als
Belastingdienst een naheffing te doen?
Vraag 14
Bent u bereid, vanwege de onduidelijkheid, onnodige fiscale procedures maar ook voor
gelijke behandeling, een oplossing voor al die gedupeerde zelfstandigen met een partner
te bieden en de naheffing te schrappen?