Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over ontmijningsprojecten in Nagorno-Karabach (ingezonden 30 maart 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met de omvang van het gevaar voor de burgerbevolking van achtergebleven explosieve oorlogsresten zoals granaten, raketten en clustermunitie, na het recente conflict in Nagorno-Karabach?1

Vraag 2

Bent u bereid om middelen uit het Contingency Fund van het Mine Action and Cluster Munitions Programme 2020–2024 in te zetten om deze explosieve oorlogsresten in Nagorno-Karabach zo spoedig mogelijk op te helpen ruimen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat is precies de reden dat u een aanvraag voor een subsidie voor ontmijningsactiviteiten in dit gebied door de HALO Trust hebt afgewezen, terwijl u deze organisatie wel ondersteunt bij hun werk in andere gevaarlijke gebieden zoals Somalië, Oekraïne en Afghanistan? Om welke redenen sluit het werk van de HALO Trust in dit gebied niet aan bij uw buitenlands beleid?

Vraag 4

Welke gevolgen zou het volgens u hebben als Nederland besluit de HALO Trust wel subsidie te verstrekken voor ontmijningsactiviteiten in Nagorno-Karabach?

Vraag 5

Wat is de reden geweest om in 2009 te stoppen met de steun aan de ontmijningsactiviteiten van de HALO Trust in Nagorno-Karabach? Wat is er toen veranderd in de situatie op grond waarvan deze beslissing toen genomen is?

Vraag 6

Bent u op de hoogte van het feit dat Noorwegen wel subsidie verleent aan de HALO Trust voor de ontmijningsactiviteiten in Nagorno-Karabach? Bent u op de hoogte van de redenen voor deze verschillende afweging die Nederland en Noorwegen kennelijk gemaakt hebben? Zo nee, bent u bereid om bij uw Noorse collega navraag te doen naar hun redenen om die steun wel te blijven verlenen?

Vraag 7

Wat is de reden dat er door de Verenigde Naties wel steun gegeven kan worden aan de ontmijningsactiviteiten in Azerbeidzjan?2

Naar boven