Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over passende
zorg bij complexe zorgvragen (ingezonden 26 maart 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van de 5 Uur Show van 16 maart jl. over de
strijd van een vader met de zorginstelling van zijn zoon?1
Vraag 2
Kunt u reflecteren op de genoemde casus? Welke zaken zijn fout gegaan en op welke
manier gaan deze opgelost worden?
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke manier de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hierbij
betrokken is geweest of zou kunnen worden?
Vraag 4
In hoeverre kan de IGJ daadwerkelijk ingrijpen bij casussen zoals deze? Kan dit bijvoorbeeld
door een meer bindend karakter toe te kennen aan adviezen van het Centrum voor Consultatie
en Expertise (CCE) of via het toedienen van medicijnen in relatie tot de Wet zorg
en dwang?
Vraag 5
Welke regels gelden er omtrent het niet opvolgen van een gegrond verklaarde klacht
en geeft deze casus reden tot aanscherping daarvan, bijvoorbeeld door het hanteren
van een termijn?
Vraag 6
Is deze casus reeds bekend bij de Unit Complexe Zorgvragen van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Zo ja, welke actie is hier reeds op ondernomen?
Zo nee, bent u bereid deze casus hier op te nemen om te zoeken naar een concrete oplossing?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe de communicatie verloopt rondom de Unit Complexe Zorgvragen, bijvoorbeeld
hoe mensen hiervan op de hoogte kunnen zijn en hoe deze unit mensen beter ten dienste
kan staan?
Vraag 8
Kunt u daarbij ingaan op de genoemde bezuinigingen die volgens de vader de oorzaak
zijn van de problemen in deze casus? Om welke bezuinigingen gaat het en heeft dit
in soortgelijke instellingen ook gespeeld?
Vraag 9
Hoeveel casussen zijn bekend waar klachten gegrond zijn verklaard ten aanzien van
de kwaliteit in de gehandicaptenzorg en in welk deel daarvan zijn vervolgens stappen
ondernomen?
Vraag 10
Welke actie kunnen ouders – behalve het benaderen van de Unit Complexe Zorgvragen –
verder ondernemen indien geen passende zorg geleverd wordt door een instelling en
elders wachtlijsten zijn? Hoe kunnen ouders ondersteund worden in dit soort situaties?
Vraag 11
Kunt u aangeven of deze problematiek dermate vaak voorkomt waardoor een (crisis-)actieteam
of een andere ondersteuningsvorm nuttig kan zijn?
Vraag 12
Wat is de ontwikkeling van de gemiddelde duur van wachtlijsten voor complexe zorg
in de afgelopen jaren?
Vraag 13
Hoe verhouden deze wachtlijsten en het aantal beschikbare plekken zich tot het benodigde
aantal plekken voor deze vormen van zorg op basis van demografische ontwikkelingen?
Vraag 14
Welke actie gaat u ondernemen om de wachtlijsten in de complexe zorg terug te dringen?
Vraag 15
Welke actie gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat instellingen beter onderling
kennis kunnen delen, zodat de kwaliteit van zorg minder afhankelijk is van specifieke
instellingen?
Vraag 16
Hoe kan instellingsoverstijgend een betere kennisinfrastructuur gerealiseerd worden,
waar kennis wordt gebundeld en naar zorgorganisaties stroomt die deze kennis nodig
hebben, zodat de bewoner kan blijven wonen en niet hoeft te verhuizen?
Vraag 17
Kunt u bij de vorige vraag specifiek aandacht besteden aan de kennisinfrastructuur
bij cliënten met een zorgvraag die complex is maar weinig voorkomt?
Vraag 18
Komt het vaker voor dat groepen een andere samenstelling krijgen in een zorginstelling,
waardoor niet iedere bewoner hier meer past? Zo ja, welke oplossingen zijn daarvoor
beschikbaar?
Vraag 19
Kunt u aangeven in hoeverreHet Juiste Loket in deze of soortgelijke casus een oplossing had kunnen bieden voor de kwaliteit van
zorg?
Vraag 20
Op welke manier worden de ervaringen vanHet Juiste Loketbreder ingezet om de toegang tot zorg te verbeteren?
Vraag 21
Heeft u kennisgenomen van het Manifest Gehandicaptenzorg van de Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland (VGN) en zou u op ieder kernpunt afzonderlijk willen reageren?2