Vragen van de leden Regterschot en Koerhuis (beiden VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Woningbouwimpuls zorgt voor bijna 45.000 nieuwbouwwoningen» en de uitvoering van de aangenomen motie Koerhuis c.s. over de ondergrens verlagen naar 200 woningen (ingezonden 15 maart 2021).

Vraag 1

Kunt u in een overzicht aangeven, per provincie, welke projecten in de eerste en tweede tranche zijn ingediend en wat het aantal woningen is dat per project gerealiseerd zou gaan worden?1

Vraag 2

Kunt u ook aangeven als er projecten niet gehonoreerd zijn, om welke reden dat was (zowel in de eerste als tweede tranche)? Kunt u daarbij expliciet maken of een selectiecriterium het aantal te realiseren woningen was?

Vraag 3

Hoe is de aangenomen motie-Koerhuis c.s.2 uitgevoerd binnen de tweede tranche?

Vraag 4

Wat is de reden dat u ervoor gekozen heeft om het budget in de tweede tranche van de Woningbouwimpuls te overschrijden?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een regiotoets kan zorgen voor een betere spreiding en verdeling van de financiële middelen van de Woningbouwimpuls? Kunt u aangeven hoe deze regiotoets vorm krijgt in de derde tranche Woningbouwimpuls? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Op welke manier is de introductie van een regiotoets bij gemeenten onder de aandacht gebracht?

Vraag 7

Kunt u aangeven waarom u denkt dat de resterende 250 miljoen euro voldoende is om zowel nieuwe als lopende (kansrijke) aanvragen in voldoende mate te bedienen? Hoe gaat u kiezen indien de situatie zich voordoet dat de Toetsingscommissie meer projectaanvragen positief beoordeelt dan dat er budget voor is? Hoe zorgt u voor voldoende spreiding van projecten over het hele land?

Naar boven