Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de invloed van de negatieve rente op zorg- en onderwijsinstellingen (ingezonden 5 februari 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat verschillende zorginstellingen jaarlijks geld kwijt zijn aan het aanhouden van geld op hun rekeningen?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel publiek geld jaarlijks wordt onttrokken aan de zorg en het onderwijs door deze negatieve rente?

Vraag 3

Welke rol heeft het zakelijke karakter van de bankrekeningen op de verplichting om geld af te dragen door de rentestand?

Vraag 4

Snapt u dat het gezien de verplichting om buffers aan te houden wrang is dat onderwijs en zorginstellingen extra achteruit boeren?

Vraag 5

Welke delen van de zorg en het onderwijs zijn het meest getroffen in termen van financiële afdrachten door het aanhouden van buffers?

Vraag 6

Deelt u de mening dat geld dat wordt uitgegeven aan rente niet ten goede kan komen aan zorg of onderwijs?

Vraag 7

Wat betekent deze situatie voor het aanbod van zorg en onderwijs?

Vraag 8

Deelt u de mening dat deze extra lasten niet mogen leiden tot tekorten waardoor minder zorg en onderwijs geleverd kan worden?

Vraag 9

Bent u ermee bekend dat ook goededoelenorganisaties met de negatieve gevolgen van negatieve rentes te maken hebben en deelt u dat dit ongewenst is?

Vraag 10

Bent u bereid om banken ertoe te bewegen een oplossing te vinden zodat publiek geld niet langer afgedragen hoeft te worden?

Vraag 11

Bent u bereid om daarbij de optie te onderzoeken of het aanhouden van publieke financiële middelen bij de overheid een optie is?

Naar boven