Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de onwenselijke handel in natuurvergunningen door extern salderen (ingezonden
4 februari 2021).
Vraag 1
Kent u het artikel «Uitstootrechten leveren boeren op papier miljarden euro’s op»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het verkrijgen van een natuurvergunning bij de overheid niet
meer dan een paar honderd euro kost?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat natuurvergunningen door de openstelling van extern salderen,
ook met sectoren buiten de landbouw, een veelvoud van dat bedrag waard zijn geworden?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het totaal aan natuurvergunningen (ook wel «stikstofrechten»
genoemd) op papier naar schatting € 8 miljard waard is? Zo nee, wat is de waarde naar
uw schatting?
Vraag 5
Deelt u de overtuiging dat veehouderijen die met belastinggeld vrijwillig worden uitgekocht
(de Saneringsregeling varkenshouderij, de Provinciale opkoopregeling piekbelasters
en de Landelijke beëindigingsregeling) niet gecompenseerd dienen te worden voor de
papieren waarde van de natuurvergunning? Kunt u bevestigen dat dit niet gebeurt?
Vraag 6
Deelt u het inzicht dat wanneer de veehouder de papieren waarde van de natuurvergunning
wel vergoed krijgt, dit erop neerkomt dat de vervuiler beloond wordt, wat tegenstrijdig
is aan het principe «de vervuiler betaalt»?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat onderzoekers van de Universiteit Wageningen in een wetenschappelijke
toets van de provinciale opkoopregeling stellen: «Het komt de doeltreffendheid ten
goede als je de mogelijkheid van extern salderen niet openlaat» en daarmee adviseren
natuurvergunningen te laten vervallen?2
Vraag 8
Deelt u de overtuiging dat bij de drie bovengenoemde uitkoopregelingen de natuurvergunningen
en de productierechten ingenomen en doorgehaald dienen te worden (ook wanneer het
totale aantal fosfaatrechten onder het fosfaatplafond daalt), omdat de milieubelasting
anders niet structureel afneemt? Kunt u bevestigen dat dit gebeurt?
Vraag 9
Hoeveel veehouderijen beogen de drie genoemde regelingen uit te kopen, uitgesplitst
naar varkenshouderijen, pluimveehouderijen, melkveehouderijen en vleesveehouderijen?
Heeft u hier schattingen van gemaakt of streefwaardes voor gesteld?
Vraag 10
Wat is het gemiddelde bedrag dat varkenshouderijen, pluimveehouderijen, melkveehouderijen
en vleesveehouderijen ontvangen bij deelname aan de bovenstaande uitkoopregelingen?
Vraag 11
Hoeveel minder varkens, kippen, koeien, geiten en kalkoenen zullen er (ongeveer) gehouden
worden als gevolg van de bovenstaande uitkoopregelingen? Heeft u hier schattingen
van gemaakt of streefwaardes voor gesteld?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat er momenteel meer aanbod dan vraag is op de «stikstofmarkt»,
onder andere omdat er veel aanbod is van boeren die om bedrijfseconomische redenen
geheel of gedeeltelijk gaan stoppen of al gestopt zijn?3
Vraag 13
Deelt u het inzicht dat de grootschalige stikstofreductie die nodig is kosteneffectief
bereikt kan worden wanneer de natuurvergunningen van deze stoppers vervallen, zoals
ook andere vergunningen vervallen wanneer een bedrijf stopt? Hoeveel stikstofreductie
zou hiermee jaarlijks bereikt kunnen worden?
Vraag 14
Deelt u de mening dat de markt in stikstofvervuiling die gecreëerd is door het openstellen
van extern salderen zeer ongewenst is, omdat de «stikstofrechten» hierdoor slechts
van eigenaar wisselen, maar de totale uitstoot nagenoeg gelijk blijft?