Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister voor Rechtsbescherming
over het bericht «Zorgen om gokkende jeugd: «Toto zoekt rand op»» (ingezonden 7 januari
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zorgen om gokkende jeugd: «Toto zoekt rand op»»?1
Vraag 2
Vindt u het een overheidstaak om mensen aan te zetten tot gokken? Zo nee, waarom doet
een staatsdeelneming dit?
Vraag 3
Is inzichtelijk hoeveel nieuwe gokkers Toto met zijn campagnes bereikt? Zo nee, hoe
kan dan met zekerheid worden gezegd dat de reclames van Toto alleen een kanaliserende
werking hebben?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de uitspraak van de verslavingsexpert in het artikel dat ook
de huidige Toto reclame zich expliciet richt op jongeren door het gebruik van specifieke
taal die jongeren aanspreekt?
Vraag 5
Vindt u het een overheidstaak om kwetsbare jongeren aan te sporen bij de Toto te gaan
gokken?
Vraag 6
Kunt u aantonen en uitsluiten dat de Toto reclame zich niet richt op jongeren onder
de 24 jaar? Heeft de Toto hier onderzoek naar laten verrichten? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u bereid de Kamer inzage te geven in dit onderzoek? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoeveel geld besteedt de Toto aan reclame? Hoeveel geld besteedt de Nederlandse Loterij
als geheel aan reclame? Wat vindt de regering proportioneel om aan reclames uit te
geven?
Vraag 8
Kunt u een inzicht geven in de maatschappelijke kosten die gepaard gaan met gokverslaving?
Vraag 9
Deelt u de opvatting dat, conform artikel 6.2 B van het ontwerpbesluit Wet kansspelen
op afstand, reclames zich niet mogen richten op jongeren van 24 jaar of jonger?
Vraag 10
Wanneer treedt dit onderdeel van het ontwerpbesluit in werking?
Vraag 11
Bent u bereid dit onderdeel van het ontwerpbesluit, conform artikel 7.2, per direct
in werking te laten treden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Deelt u de opvatting van verslavingsdeskundigen dat niet alleen de in een reclame
functionerende persoon, maar ook gebruikte muziek, teksten en algehele sfeer van een
reclame-uiting bepalend is of deze wel of niet aansprekend is voor jongeren? Bent
u het ermee eens dat dit hier het geval is?
Vraag 13
Kunt u bevestigen dat momenteel, conform de per 1 november 2020 van kracht gegane
gewijzigde Mediawet, geen gokreclames worden uitgezonden voor 21:00 uur ’s avonds?
Vraag 14
Kunt u aangeven waarom gokpartijen en de Kansspelautoriteit in de communicatie gebruik
maakt van de term «verantwoord spelen» als het gaat om het voorkomen van gokverslaving?
Wat wordt bedoeld met «verantwoord spelen»? Wordt niet eigenlijk bedoeld «voorkomen
van gokverslaving»?2
Vraag 15
Waarom gaat de Kansspelautoriteit mee in het eufemistische taalgebruik van gokpartijen?
Vraag 16
Bent u bereid in gesprek te gaan met ervarings- en verslavingsdeskundigen om taal
en communicatie op het gebied van kansspelpreventie niet aan te laten sluiten op wat
de markt wil, maar op wat het beste werkt in het voorkomen van kansspelverslavingen?
Vraag 17
Heeft u in navolging van de aangenomen motie van de leden Ronnes en Bruins gesproken
met de staatsdeelnemingen over het naleven van het kansspelbeleid en hoe is dit gesprek
verlopen? Is hierin specifiek aandacht geweest voor de bescherming van minderjarigen?3