Vragen van de leden Weverling en Becker (beiden VVD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over subsidie aan de organisatie Islamic Relief (ingezonden 17 december 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Hilfsorgansiation Islamic Relief unter Druck»1 en «Kaag geeft moslimbroederschap met slechts 4 andere clubs toegang tot € 37,3 miljoen subsidie»?2

Vraag 2

Klopt het dat de organisatie Islamic Relief vanuit de Power of Voices-partnerschappen geselecteerd is om subsidie te ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Zo ja, hoeveel subsidie bent u voornemens te verstrekken aan deze organisatie?

Vraag 3

Bent u bekend met andere subsidiestromen vanuit de overheid naar Islamic Relief? Zo ja, welke?

Vraag 4

Heeft deze organisatie in voorgaande jaren subsidie ontvangen van de overheid? Zo ja, hoeveel? Kunt u dit door middel van een overzicht duidelijk maken?

Vraag 5

Sinds wanneer bent u bekend met de mogelijke banden tussen Islamic Relief en de Moslimbroederschap? Wat heeft u met deze informatie gedaan, toen deze voor het eerst bij u bekend werd?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Duitse Bondsregering in het aangehaalde artikel dat Islamic Relief «aanzienlijke persoonlijke banden heeft met de Moslimbroederschap»? Deelt u deze opvatting van de Duitse Bondsregering?

Vraag 7

Klopt het dat de Moslimbroederschap een organisatie is met als doelstelling om de invoering van de sharia te realiseren en waarvan de AIVD in het verleden heeft geconstateerd dat diens activiteiten op lange termijn een risico zouden kunnen vormen voor de democratische rechtsorde in Nederland?

Vraag 8

Klopt het dat de Duitse Bondsregering als gevolg van deze banden tussen Islamic Relief en de Moslimbroederschap besloten heeft om geen (nieuwe) subsidie meer te verstrekken aan Islamic Relief? Zo ja, hoe beoordeelt u dit besluit?

Vraag 9

Bent u bereid in contact te treden met uw Duitse collega om te vernemen wat de exacte redenen waren om niet meer met Islamic Relief in zee te gaan? Kunt u de uitkomsten hiervan met de Kamer delen?

Vraag 10

Bent u, gezien het feit dat de samenwerking met Islamic Relief door de Duitse overheid is stopgezet na een waarschuwing van het Bundesamt für Verfassungsschutz, bereid contact te zoeken met de Nederlandse veiligheidsdiensten om te vragen hoe zij aankijken tegen samenwerking met Islamic Relief en de mogelijke banden van deze organisatie met de Moslimbroederschap?

Vraag 11

Klopt het dat Islamic Relief geselecteerd is voor deelname aan een gesubsidieerd programma met als thema «vrijheid van godsdienst»? Hoe is dit te rijmen met de mogelijke banden van Islamic Relief met een organisatie die een religieus wettenstelsel steunt waarin geloofsafval bestraft dient te worden?

Vraag 12

Hoe verhoudt Islamic Relief zich tot een andere, in de conclusies van de Parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland (POCOB) genoemde, NGO met een vergelijkbare naam, te weten de International Islamic Relief Organisation?

Vraag 13

Hoe is de subsidieverlening aan Islamic Relief te rijmen met de Kamerbreed aangenomen motie van het lid De Roon (Kamerstuk 32 623, nr. 308) die verzoekt «om groepen – al dan niet gewapend – die de sharia (willen) opleggen nooit meer te kwalificeren als «gematigd» en deze groepen in geen geval politieke, materiële of financiële steun te geven»?

Vraag 14

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de Nederlandse overheid Islamic Relief subsidieert? Zo ja, bent u bereid om deze subsidie te voorkomen of stop te zetten?

Vraag 15

Bent u bereid om daarnaast het gesprek aan te gaan met gemeenten of andere overheden die deze organisatie mogelijk nog wel subsidiëren om hiermee ook onmiddellijk te stoppen, conform de aangenomen motie Becker/Segers3 om geen subsidies meer te (laten) verstrekken aan organisaties waarvan signalen bestaan dat ze de integratie tegenwerken? Zo ja, op welke termijn? Zo nee waarom niet?

Vraag 16

Deelt u de mening dat de subsidierelaties met deze organisatie aantonen dat financiering van organisaties die integratie tegenwerken een onverminderd actueel probleem is? Zo ja, bent u bereid om op korte termijn met gemeenten in gesprek te gaan om bestuurlijke afspraken te maken waarbij primair wordt afgesproken dat organisaties die integratie tegenwerken nooit subsidie kunnen krijgen en dat deze subsidies worden ingetrokken wanneer bijvoorbeeld via de Taskforce blijkt dat er sprake is van problematisch gedrag? Zo nee, waarom niet?

Vraag 17

Kunt u deze vragen één-voor-één en binnen de daarvoor gestelde termijn van drie weken beantwoorden?

Naar boven